Wie halverwege het vorige decennium het voetbal van PSV nauwlettend volgde, zal DaMarcus Beasley niet over het hoofd hebben gezien - of juist wel, maar dan vanwege zijn snelheid en zijn lengte van 1.73 meter. Beasley was een van de smaakmakers in het elftal van PSV, in de tijd dat onder meer Mark van Bommel en Phillip Cocu er ook nog rondliepen.
Iconische bondscoach
Beasley had voor zijn komst naar PSV al gedebuteerd in de Amerikaanse nationale ploeg. Hij toog in 2004 van Chicago Fire naar PSV en had er toen al een aantal interlands op zitten. Onder de iconische bondscoach Bruce Arena maakte hij sinds begin 2001 zijn eerste stappen in het interlandvoetbal.
De eerste WK-kwalificatiewedstrijd waarin Beasley speelde, was tegen Trinidad & Tobago in november 2001. Die wedstrijd eindigde in 0-0. De laatste wedstrijd die de Verenigde Staten speelde, was ook tegen Trinidad & Tobago. Dit keer was laatstgenoemd land, met AZ'er Levi Garcia in de basis, met 2-1 te sterk voor de VS.
Binnenstromen
Beasley speelde in die eerste tijd bij de nationale ploeg nog voornamelijk als linksbuiten. Hij werd ook regelmatig ingezet als linksmidden. Vanaf 2010 zakte hij nóg een linie terug. Sindsdien is hij zich altijd blijven richten op een plek als linkervleugelverdediger. En de caps bleven maar binnenstromen.
Tot dusver heeft Beasley tachtig keer in de basis gestaan bij de VS. Dat terwijl zijn carrière na het vertek bij PSV bergafwaarts leek te gaan. Hij diende Manchester City, Hannover 96 en Glasgow Rangers maar was er nooit onomstreden. In de luwte, bij het Mexicaanse Puebla, veroverde hij wél een basisplek.