Nicolai Jörgensen keerde terug in de basiself, nadat hij afgelopen weekend tegen PEC Zwolle al mocht invallen. Jean-Paul Boëtius verschoof weer naar de flank. Sam Larsson begon vanaf de bank.
Feyenoord ging voortvarend van start, dankzij een rake kopbal van de alert reagerende en immer gretige Steven Berghuis.
Maar tegenslag liet niet lang op zich wachten. In de 24ste minuut maakte Bernard de stand weer gelijk: 1-1.
Beide ploegen waren aan elkaar gewaagd en schuwden de duels niet. Met name Sofyan Amrabat maakte een sterke indruk aan de zijde van de Rotterdammers.
Tien minuten na rust sloeg de kleine Bernard opnieuw toe, uitgerekend op het moment dat Feyenoord de wedstrijd naar zich toe leek te trekken: 1-2.
Met het inbrengen van Jens Toornstra bracht Giovanni van Bronckhorst nog meer power in het veld.
Jörgensen moegestreden eraf, Boëtius naar de punt. Larsson erbij.
Die aanpak leek te werken. Yaroslav Rakitskiy trok twee keer aan de noodrem en moest inrukken.
Hét sein voor Van Bronckhorst om alles of niets te spelen.
In de slotfase was uitblinker Amrabat nog dicht bij de gelijkmaker.
Maar tot het zo gewenste eerste punt leidden alle inspanningen niet.