Joël Veltman speelde in de topper tegen PSV zondag een meer dan uitstekende pot, maar toch ging het na afloop voornamelijk over zijn duels met Hirving Lozano en Luuk de Jong. Konden zijn acties tegen hen door de beugel? Een eenduidig antwoord kwam er niet. Ronald De Boer verwoordde het bij FOX Sports als volgt: “Ik vind het wel weer echt een Veltman-actie. Dan denk ik: wat wil je nou? Eroverheen klimmen of zo?” Veltman is dan ook een speler die verschillende reacties oproept, net als bijvoorbeeld Mark van Bommel of Jan Vertonghen dat vroeger hadden.
Niet alleen in gedrag roept hij verschillende reacties op, maar ook in zijn spel. Vorig seizoen zette Peter Bosz hem rechtsback, wat ten koste ging van de op het oog meer talentvolle Kenny Tete. Hoewel er vorig seizoen soms geroepen werd om de huidige back van Olympique Lyon, kwam de basisplek van Veltman nooit in het geding. Bij Oranje valt Veltman enigszins tussen wal en schip. Hij is er vrijwel altijd bij, maar zelfs als er veel blessuregevallen zijn kan hij niet rekenen op een basisplek. Uit bij Frankrijk kreeg zelfs debutant Timothy Fosu-Mensah de voorkeur rechts in de verdediging.
Moderne back
Op het eerste oog ontbreekt er ook wel iets aan het spel van Veltman. De geboren Velsenaar is niet enorm snel, blinkt niet uit in een op een verdedigen en voegt ook aanvallend maar sporadisch iets toe. In niets lijkt Veltman op de moderne back van tegenwoordig, types als Dani Alves of Marcelo. Waar Veltman echter wel in uitblinkt is zijn vermogen om het spel te lezen en gevaarlijke situaties in de kiem te doen smoren.
Zijn opleiding bij Ajax zal daar ongetwijfeld een vitale rol in hebben gespeeld. Al vanaf 2001 speelt hij voor de Amsterdammers. Veltman was niet het grootste talent op De Toekomst en stond in de B-jeugd zelfs op de nominatie om weggestuurd te worden. Desondanks herpakte hij zich en vocht zich naar het eerste elftal. In Amsterdam is hij uitgegroeid tot een clubspeler pur sang, maar dus wel eentje waar altijd aanmerkingen op zijn. Ondanks drie kampioenschappen en een bronzen plak op het wereldkampioenschap van 2014.
Passing
Aan de hand van de statistieken van Squawka gaan we kijken of de kritieken aan het adres van Veltman terecht zijn. We vergelijken zijn cijfers met die van andere backs uit de Eredivisie, namelijk Santiago Arias (PSV), Bart Nieuwkoop (Feyenoord), Jonas Svensson (AZ) en Kingsley Ehizibue (PEC Zwolle).
De cijfers bewijzen de defensieve kwaliteiten van Veltman, die gemiddeld verreweg de meeste intercepties heeft. Ook in onderlinge duels, duels door de lucht en het opruimen op precaire momenten scoort hij hoog. Niet per se de beste, want Nieuwkoop is in de duels sterker en Arias staat vaker op de goede plek om de bal weg te halen uit eigen strafschopgebied.
Aanvallend zie je een duidelijk verschil naar voren komen tussen de backs. Ehizibue is bijvoorbeeld veel minder vaak aan de bal dan Veltman, maar creëert wel dubbel zoveel kansen. Veltman wordt bij Ajax voornamelijk gebruikt in de opbouw. Hij is niet iemand die met een loopactie de hele flank bespeelt. In de passing is Veltman zijn concurrenten allemaal de baas; hij komt vaker aan de bal, zoekt de voortzetting vaker naar voren en behaalt een hoger percentage aangekomen passes.
Daarentegen scoort hij beduidend minder in aanvallend opzicht, ten opzichte van alle andere rechtsbacks. Waar de andere vier allen gemiddeld meer dan 1.4 kans per wedstrijd creëeren, blijft Veltman steken op 0.87. Dat zijn kwaliteiten niet in aanvallend opzicht liggen blijkt dus wel. Dat is niet direct een probleem, want voor het opkomen vanuit de verdediging hebben ze tegenwoordig iemand anders in Amsterdam: Frenkie de Jong.