Christian Grindheim (Valerenga IF)
Christian Grindheim had alles wat je van een Scandinaviër verwacht. Een tikkeltje norse uitstraling, fysiek sterk en overal op het veld te vinden. Een nakomeling van de Vikingen, als het ware. De Noor was een belangrijke schakel in de Heerenveense succesperiode tussen 2008 en 2011 en won in 2009 de KNVB Beker met de club. “Deze wedstrijd had alles”, zei hij na afloop van het spektakelstuk tegen FC Twente. De stap omhoog naar FC Kopenhagen was verdiend, maar in Denemarken schipperde de middenvelder tussen bank en basis. Een huurperiode aan zijn oude club Valerenga bracht uitkomst. Bij de Noorse club herpakte Grindheim zijn oude vorm en zou hij jarenlang (Valerenga legde hem na dat jaar definitief vast) een bepalende speler zijn. Tot op de dag van vandaag. Op 34-jarige leeftijd is hij nog week in week uit de aanvoerder van de Noorse club.
Vytautas Andriuskevicius (Portland Timbers)
Naar verluidt worden Frank Snoeks en Mark van Rijswijk nog steeds schreeuwend wakker in hun slaap. Vy-tau-tas An-dri-us-ke-vi-ci-us, gillen zij dan lettergreep na lettergreep. Voor commentatoren niet de favoriete speler, maar voor SC Cambuur een degelijke back in de twee seizoenen dat hij in de Eredivisie speelde. Na de degradatie van de Friezen vertrok de international van Litouwen naar Portland Timbers, in de Verenigde Staten. Daar heeft hij vandaag de dag (nouja, het seizoen is afgelopen) nog steeds een basisplek. Of de Amerikaanse commentatoren – normaliter niet zo’n helden met exotische tongbrekers – ook met zijn naam kunnen omgaan, durven we te betwijfelen.
Ismail Aissati (Balikesirspor)
Ineens was hij weer in het oog. Ismail Aissati, ooit het grote talent dat in 2005 wereldtoppers van AC Milan doldraaide, is een van de treffendste voorbeelden van een voetballer die tot de vergetelheid gedoemd werd. Niemand die bij PSV of Ajax twijfelde aan zijn kwaliteiten en toch kwam het er altijd nét niet uit. Niet veel Nederlanders zullen Aissati daarna nog vaak in actie hebben gezien. Antalyaspor, Terek Grozny, Alanyaspor, het zijn niet de clubs waar FOX Sports of Ziggo Sport hun uitzendschema omheen bouwen. Deze zomer dook Aissati even op bij ADO Den Haag, om mee te trainen. Maar toen de Hagenezen dat naar buiten brachten als een proefperiode, trok de aanvallende middenvelder zich gepikeerd terug. “Ismaïl is geen speler die moet bewijzen dat hij kan voetballen”, zei zaakwaarnemer Aleksander Bursac erover tegen VI. Even later zou hij een contract tekenen bij Balikesirspor, op het tweede Turkse niveau. Het is kenmerkend voor de tragiek van zijn carrière. De speler die o zo goed kan voetballen, maar dat bij ploegen doet waar de Nederlandse kijker niet van hem kan genieten.
Tommy Oar (APOEL Nicosia)
Soms hebben clubs een periode waarin ze ineens helemaal gek zijn van spelers uit een bepaald land. VVV-Venlo heeft een Japanse en Nigeriaanse enclave gehad, PSV gaat op dit moment hand-in-hand met Mexico en bij SC Heerenveen stonden een tijdje de ogen vol op Servië. FC Utrecht ging in 2010 plotsklaps aan de Australiër. Tommy Oar, Michael Zullo en Adam Sarota werden naar de Domstad gehaald. Vooral de eerste voldeed aan de verwachtingen. Oar was vijf jaar lang een vaste kracht aan de linkerflank van FC Utrecht. Waarschijnlijk zal de Australiër met weemoed terugdenken aan die tijd, want daarna raakte zijn carrière enigszins in het slop. Bij Ipswich Town bleef het bij een half jaar bankzitten, een terugkeer naar thuisclub Brisbane Roar was er een in het kader van ‘een stap terug om er een vooruit te maken’ en deze zomer belandde Oar bij APOEL Nicosia. Na wat wedstrijdjes in het voorseizoen werden de perspectieven al gauw troebel. Oar zat bij alle wedstrijden in de Champions League niet eens bij de selectie. Een vertrek in de winterstop lijkt aannemelijk.