Jong Ajax verscheen vrijdagavond in het duel met Fortuna Sittard aan de aftrap met een compleet vernieuwde selectie. Het team van Michael Reiziger miste elf spelers door het trainingskamp van Ajax 1. Al snel komt het begrip competitievervalsing weer aan bod. Vele Jupiler League-fans zijn het niet eens met de manier waarop de KNVB omgaat met de beloftenteams. De KNVB moet volgens de tegenstanders van de beloftenteams vaste selecties gaan verplichten voor de talenten van Ajax, AZ, PSV en FC Utrecht. Ook horen beloftenteams niet mee te draaien in de top zoals Jong Ajax dat op dit moment doet. Zo gaat het er in andere landen aan toe
Spanje
Ook in het Spaanse voetbal stromen beloftenteams in de lagere klasses in. Op het tweede niveau, de LaLiga 2, zijn FC Barcelona B en FC Sevilla B actief. Bij deze clubs spelen ze met een vrij vaste selectie en is het niet in te denken dat er een speler van het eerste elftal zomaar een wedstrijd voor de beloften gaat spelen. Zo speelden Nick Viergever, Daley Sinkgraven en Frenkie de Jong pas nog voor Jong Ajax. In Nederland gebeurt dit meestal wanneer een speler terugkeert van een blessure. Bij FC Barcelona keerde Ousmane Dembélé recent nog terug van een blessure, maar hij speelde niet voor Barcelona B. Dit toont aan dat ze in Spanje absoluut geen spelers uit het eerste elftal mee laten doen met de beloften. De selecties van Barcelona B en Sevilla B zijn dan ook een stuk groter dan die van Jong PSV en Jong Ajax. In Spanje komt het regelmatig voor dat FC Barcelona zich in de transferperiode versterkt met een speler die eigenlijk alleen maar voor de breedte van het B-elftal wordt gehaald. De positie van de beloftenteams op de ranglijst is in Spanje ook heel anders dan in Nederland. FC Sevilla B en FC Barcelona B bivakkeren op dit moment beiden in de degradatiezone.
Portugal
In de tweede divisie van Portugal, de Ledman Liga Pro, zijn vijf beloftenteams ingestroomd. Benfica B, FC Porto B, Sporting CP B, SC Braga B en Vitória Guimaraes B zijn actief op het tweede niveau van Portugal. Alhoewel Portugal het grote voorbeeld van Nederland was is er ook in Portugal kritiek. Nederland nam Portugal als voorbeeld omdat er daar door de beloftenteams vele grote talenten doorbraken. De beloftenteams zijn in Portugal echter veel te sterk geworden. FC Porto B bezet op dit moment de eerste plek en ook Benfica B draait in de top mee. Een beeld dat we in Nederland absoluut niet willen, maar waar het wel op lijkt af te stevenen.
Duitsland
In Duitsland kom je het eerste beloftenteam pas in de 3.Liga tegen. Op het derde niveau van Duitsland is Werder Bremen actief. De andere beloftenteams wisten nog niet de drie hoogste competities van het land te bereiken. Hier is een makkelijke verklaring voor te vinden. In Duitsland bestaan veel profclubs. Zelfs op het vierde niveau zijn de meeste spelers fulltime profs. Door deze vrachtlading aan profclubs licht het niveau in de lagere competities een stuk hoger dan in Nederland en moeten de jeugdprofs spelen tegen andere profs. In de amateurdivisies van Nederland spelen amateurploegen tegen de jeugdige profs van bijvoorbeeld FC Groningen en Sparta, een rare strijd volgens de meeste amateurclubs. In Duitsland kunnen de beloftenteams over meer competities uitgesmeerd worden en daardoor slaagt het beloftenproject hier wel.
Kortom in landen waar veel profclubs in lagere divisies actief zijn is de kans van slagen van dit project vele malen groter dan in een land met minder professionele competities. Dit komt door de aanwezigheid van meer clubs en daardoor wordt het niveau flink opgeschroefd.
Andere competities zoals de Engelse en de Italiaanse zijn nog niet aan dit project begonnen en lijken hun beloftenteams in de beloftencompetities te gaan houden. Wel zijn dit landen waarin dit project kans tot slagen zou hebben. Het lijkt erop dat deze competities niks van dit systeem willen weten, maar zeg nooit nooit.