Hoe het ook zij, bij een overgang van de aanvaller naar de Engelse badplaats kan de champagne open bij de penningmeester van PSV. In iedere bestuurskamer in het Nederlandse voetbal maken de harten een sprongetje als +44, het netnummer van Engeland, in het display van hun telefoonschermen verschijnt. Dat betekent namelijk in alle gevallen kassa. Ook nu zijn de eerste geluiden uit Eindhoven instemmend. Natuurlijk hadden ze Locadia niet kwijtgewild, maar voor zo’n bedrag gelden andere wetten.
Het is ook niet langer de Engelse top die zich in Brabant meldt. Of er moet in de vorm van Memphis Depay iemand rondlopen die echt de hele Eredivisie aan flarden schiet. Het zou niet zo gek zijn als zich na het WK ook een grootmacht van over het Kanaal voor Hirving Lozano gaat melden. Nee, basiskrachten van Nederlandse topploegen kunnen tegenwoordig ook worden weggekocht door Watford, Crystal Palace, Everton en nu dus ook Brighton & Hove Albion. Het budgettaire gat is zo groot dat het een kwestie van tijd lijkt voordat Engeland extra startplaatsen voor de Champions League verkrijgt. Desnoods door gewoon met geld te strooien. Dat het pond door de Brexit flink is ingestort? Irrelevant.
De promotie van Brighton leverde de club dan ook geldstromen op die nooit eerder vertoond werden in de clubgeschiedenis. Dat lijkt een geschenk, maar in de verpakking zit stiekem een hoop gif. De enige degradant in de afgelopen acht seizoenen die echt beter geworden is van het geld, is Burnley. Niet geheel toevallig de club die zich in de wereld van honderden miljoenen euro’s, spelers uit alle windstreken, privéjets naar uitwedstrijden en pleziervluchtjes naar Dubai bij drie wedstrijdloze dagen nog enigszins normaal gedraagt.
Wie degradeert is plat gezegd de sigaar. Portsmouth, Birmingham City, Blackpool, Blackburn, Bolton Wanderers, Norwich City, Sunderland, Aston Villa, Queens Park Rangers. Allemaal clubs die het geld niet konden hendelen en gigantisch hard vielen. In dat licht hoeft Brighton niet direct bekeken te worden. Natuurlijk wil de club er graag inblijven, al is het maar om nog een seizoen mee te mogen snoepen van het all-you-can-eat restaurant met uitsluitend oesters, kreeft en kaviaar. En uiteraard is het kopen van Locadia ook gewoon een quick fix, een kwaliteitsinjectie die vooral voor de volgende maanden bedoeld is.
Natuurlijk weten ze in de bestuurskamers van Brighton, AFC Bournemouth, Burnley, Huddersfield Town en Swansea City dat hun Premier League-avontuur niet voor eeuwig zal duren. Maar ieder jaar dat je het abonnement weet te verlengen maakt dat je verder kunt bouwen aan een organisatie die Premier League-waardig is. In dat licht is prima te begrijpen waarom Brighton een jonge PSV-aanvaller koopt. Als het lukt is het meegenomen, zo niet, dan zal er ongetwijfeld een andere club opstaan om hem te kopen.
Er zijn maar weinig mensen die menen dat met het vertrek van Locadia alles verloren is. PSV heeft nog steeds een prima bezetting in de voorhoede en zal dit niet als excuus mogen opvoeren als het seizoen niet eindigt op de platte kar. Desondanks is het zaak dat de vraag gesteld wordt of het wenselijk is dat de nummer zestien van de Premier League een van de meer waardevollere spelers uit de Eredivisie kan kopen. Zeker omdat het na Davy Pröpper al de tweede is die de oversteek waagt. Het toont de nieuwe pikorde aan. Premier League eerst, daarna misschien de rest. Aan de scouting en de jeugdopleiding de taak om met al die ponden nieuwe pareltjes te kopen of op te leiden.