Nu zijn er nog tien speelronden te gaan. Routinier Huntelaar moet alle zeilen bijzetten om er vijftien te gaan maken. Natuurlijk, in Europa heerst de trend waar de centrumspits niet overal de eerste verantwoordelijke is voor de productie, neem Mohamed Salah bij Liverpool of Lionel Messi bij FC Barcelona. Ook in Nederland is de topscorer geen spits: PSV’er Hirving Lozano voert de lijst aan. Maar ook de Mexicaan gaat, als hij zijn huidige moyenne doortrekt, slechts achttien treffers achter zijn naam hebben.
Hoe komt dat? Wordt er misschien sowieso minder gescoord in de Eredivisie? Dat is niet echt aan de orde. Het gemiddelde van precies drie goals per wedstrijd van dit seizoen is een doodnormaal Eredivisieseizoen. In het seizoen 2009/10 werd bijvoorbeeld minder gescoord, en dat belette Luis Suárez niet om alsnog 35 keer te scoren. Ook Mateja Kezman mocht 35 keer met zijn duimpjes naar zijn naam wijzen in een seizoen met minder dan drie goals per duel. Dus hoewel dit geen extreem productief seizoen is, zijn de omstandigheden niet dusdanig dat er geen overtuigende topscorer kan zijn. Een aanwijsbare verklaring is er niet, maar hier een overzicht van een langzaam verval.
2016/17: Jörgensen en Van Wolfswinkel redden blazoen
Voor Nederland, met al haar goede spitsen, is het eigenlijk onvoorstelbaar dat er een seizoen is waarin niemand twintig keer scoort. Daar leek het vorig seizoen wel even op uit te draaien. Ricky van Wolfswinkel en Nicolai Jörgensen konden dat scenario afwenden, zij het ternauwernood. Voor Van Wolfswinkel leidde dat tot een transfer naar FC Basel. Jörgensen bleef ondanks Engelse interesse in De Kuip, maar kan dit seizoen bij lange na niet zo imponeren.
2014/15: De revolutie van Depay
Als Hirving Lozano, ondanks een eventueel op handen zijnde schorsing, zijn koppositie in het topscorersklassement handhaaft, is de Mexicaan niet de eerste vleugelspits die zich tot topscorer kroont. In 2015 moest ook spits Luuk de Jong bij vlagen in dienst van Memphis Depay spelen. Met 22 goals loodste hij PSV naar een landstitel met overmacht: de beloning was een transfer naar Manchester United.
2011/12: Jaar van de Spits
Zes jaar geleden was het een lachwekkende suggestie dat er niemand de twintig goals zou aantikken. Bas Dost maakte er in Heerenveen-shirt zelfs 32. Ook Luuk de Jong(FC Twente), Sanharib Malki(Roda JC), Dries Mertens(PSV) en John Guidetti(Feyenoord) wisten die barrière te slechten. Wellicht gaf Frank de Boer in deze jaren aanleiding tot nieuwe gedachten over het belang van spitsen: zijn Ajax werd vier keer op rij kampioen en nooit scoorde een Ajacied in een seizoen meer dan vijftien keer.
2006/07: Ontplofte Alves
Tussen 2003 en 2008 haalde de topscorer van de Eredivisie nooit minder dan 29 keer de trekker over. Mateja Kezman(2x), Dirk Kuijt en Klaas-Jan Huntelaar(2x) waren spitsen waar iedere verdediger in de Eredivisie van wakker lag, doelpuntenmonsters met een haast onverzadigbare honger. Vaak niet eens geslepen door ervaring op topniveau, eerder dominant op fysieke, technische en intuïtieve gronden. In 2007 was Afonso Alves de vreemde eend in de bijt: de Braziliaan die in de voorbereiding bij Heerenveen weinig indruk leek te maken. Tot ze begonnen te voetballen. Zijn vorm heeft hij nooit uit Friesland mee kunnen nemen, maar wat was hij goed.