Vorig jaar wist Sparta de degradatiezone net aan te ontwijken. Dit jaar lijkt dat vrijwel onmogelijk. De Rotterdammers staan zeventiende, drie punten achter voorlopige handhaver NAC. Niet met de beste papieren. Sparta treft eerst Feyenoord uit en sluit thuis tegen Heracles af. Drie punten zullen sowieso niet genoeg zijn. De Spartanen hebben een uitzonderlijk slecht doelsaldo: -36.
Ommekeer
Maar dat maakt directe handhaving nog niet onmogelijk, denkt Danny Koevermans, oud-spits van Sparta, AZ, PSV, Toronto FC en FC Utrecht. “Twee keer winnen en ze zijn veilig. Sparta begint de laatste tijd punten te pakken. Je kent de uitspraak van de kat in het nauw? Ze hebben directe handhaving in eigen hand. Feyenoord uit wordt lastig, Heracles thuis moet gewonnen worden. Wat dat betreft had Roda JC geluk dat PSV in de kampioenssfeer zat. Al denk ik niet dat Feyenoord na winst van de KNVB Beker de Rotterdamse derby minder serieus zal nemen.”
Ambitieus, want het is een turbulent seizoen geweest voor Sparta. Met het ontslag van Alex Pastoor als meest typerende moment, volgens Koevermans. “Alex Pastoor is een echte vakman. Dus dat het dit seizoen niet goed liep was een verrassing. Daarna kwam Dick Advocaat en die besloot gelijk de boel om te gooien. Hij nam nieuwe mensen aan, stuurde anderen weg. Opeens ging daar de geldkraan open. Nu lijkt hij eindelijk de juiste snaar te hebben geraakt.”
Degradatie-herinneringen
Danny Koevermans degradeerde en promoveerde in zijn tijd bij Sparta Rotterdam. Niet erg voor hem, in de Jupiler League begon hij pas echt te scoren. Ondanks dat voelde die degradatie als 'een erg naar gevoel'. “Spelers gaan weg, er is geen geld voor nieuwe spelers, de Eredivisie-teams blijven zich ontwikkelen. Sparta moet ten koste van alles zich handhaven.”
Degradatie of handhaving, volgend jaar zal er iets moeten veranderen. Sparta bivakkeerde vrijwel het hele seizoen in de degradatiezone en daar hoopt Koevermans verandering in te zien. Op welke manier maakt hem niet uit. “De staf mag bepalen wat er veranderd moet gaan worden. Ik ben niet de wijsneus. Al die spelers die altijd van alles vinden over hun club. Zo ben ik niet. Daar heb je de trainer voor.”