Als we Breuer eind mei op een zonnige dinsdagmiddag spreken, laat de routinier uit Gouda zich direct van zijn meest sociale kant zien. “Kunt u mij goed verstaan? Bel ik op het juiste moment?” Het symboliseert de persoon Breuer. Nuchter, sympathiek en geïnteresseerd. Zoals hij altijd geïnteresseerd was in het spelletje waaraan hij eind jaren '90 begon als prof. “Ik heb voetbal altijd gezien als hobby. Ik ben nooit met de gedachte het veld ingestapt: dit is mijn werk en hiervan zal ik moeten rondkomen. Natuurlijk ging ik het op een gegeven moment beseffen, maar in het begin was ik er totaal niet mee bezig."
Het tijdperk Breuer in de vaderlandse Eredivisie bereikte op 20 mei jl. in de Jupiler Play-Offs tegen FC Emmen haar einde. Na 501 keer de kicksen te hebben aangetrokken en op het wedstrijdformulier te hebben gestaan, kwam er dan toch echt een einde aan de lange voetbalcarrière van Breuer. “Ik weet dat het moeilijk gaat worden in het begin. Normaal lig ik nu ergens op een zonnig kuuroord te genieten van de zon, de cocktails en start over een kleine maand de voorbereiding op het nieuwe seizoen. Maar in plaats daarvan stopt het voor mij. Ik ga donderdag een weekje met het gezin naar Zwolle. Ik heb een kleine en mijn vrouw is in verwachting van een tweede. Het lijkt ons daarom niet verstandig om een verre reis te maken. Maar Zwolle kan ook leuk zijn, hè?”, zegt de openhartige Breuer lachend in gesprek met ELF Voetbal.
Tierelier
Hij maakte zijn officiële profdebuut op 3 mei 1999 namens Excelsior tegen Dordrecht ’90. In Kralingen viel de toen pas achttienjarige Michel Breuer na een uur spelen in voor Raymond de Waard. De eerste van de uiteindelijke 24.237 minuten profvoetbal. “Ik weet nog dat ik heel nerveus was. Mijn trainer, Adrie Koster, floot naar mij toen ik de warming-up deed. Ik moest mezelf gaan klaarmaken voor een invalbeurt. Het moment dat het bord omhoog ging en ik het veld betrad, vergeet ik niet meer. Dat was wel kicken.”
Breuer weet als geen ander dat de salarissen tegenwoordig de pan uit rijzen. Ook bij de jongsten. “Toen ik net mijn eerste profcontract ondertekende bij Excelsior verdiende ik rond de drieduizend Gulden per maand. Ik was niet bezig met wat ik verdiende. Niemand van toen eigenlijk. We hadden een leuke hobby, lol en werkten als een tierelier. Als ik dan zie wat sommigen nu verdienen dan voetbalde ik achteraf voor een schijntje, haha.”
Biljarten
Met de evolutie die het voetbal de afgelopen decennia heeft doorgemaakt, is het voor ‘opa’ Breuer wennen geweest. “Tegenwoordig zie ik van alles voorbijkomen. Wedstrijdanalyses, diepgaande onderzoeken naar kwaliteiten van voetballers, chips die meten hoeveel kilometer ik als speler per duel afleg en wat mijn fysieke gesteldheid is. In mijn tijd hadden we dat soort wetenschap allemaal niet. Als ik dan geblesseerd was ging ik een potje biljarten of tafelvoetballen. Ik was me van geen kwaad bewust. Het kon gewoon. Niemand die zich er druk om maakte. Ik kan dat echt niet maken nu, haha. Maar ik moet zeggen dat de technologie de sport alleen maar verbetert. Als ik nu geblesseerd ben word ik direct doorverwezen naar de allerbeste sportarts en moet ik verplicht rust houden en stilliggen.”
Sollied en Boekarest
Nadat Breuer ruim acht jaar erop had zitten als profvoetballer en trainer Gertjan Verbeek van 2004 tot 2008 aan het roer had gestaan bij sc Heerenveen, haalde de club de Noorse trainer Trond Sollied naar het Abe Lenstra Stadion. “Ik moet zeggen dat het wel even schakelen was toen Sollied aangesteld werd. Gertjan Verbeek was verbaal erg aanwezig. Sollied was enorm koeltjes. Hij zei de eerste twee weken geen woord. Dat meen ik. Dan nam de assistent-trainer, Chris Van Puyvelde, het woord. Uiteindelijk heb ik wel een goede band weten te creëren met Sollied."
Hoewel de Europese tripjes van sc Heerenveen vaak uitmondden in een deceptie, waren de uurtjes na de wedstrijden vaak onvergetelijk. “Toen we in Roemenië tegen Rapid (Boekarest red.) speelden, gingen we met een paar man na dat duel de stad in. Dat waren onvergetelijke avonden. We hadden de grootste schik.”
Zaniken
Het gaat Breuer de laatste jaren niet voor de wind. Waar hij tien jaar geleden persoonlijke duels uitvocht in de UEFA Cup (Europa League red.) met voormalig Gouden Bal-winnaars Andrij Shevchenko, Ronaldinho en Kaká en werd geprezen om zijn vechtlust en leiderschap, moest hij de laatste jaren vooral plaatsnemen op de reservebank en het ontgelden in de landelijke media. Diverse voetbalprogramma’s boren hem de grond in, maar Breuer blijft er ijzig kalm onder. “Het is televisie, hè? Zij moeten wat te zaniken hebben en kijkers trekken. Het blijft tenslotte ook voetbal. Ik bekommer mij er niet echt om. Heb weleens gehad dat mensen op straat mij belachelijk maakten. Maar dat laat ik links liggen. Iedereen heeft een mening en mag die uiten. Ik ben gewoon dankbaar dat ik het mooiste beroep ter wereld heb mogen uitoefenen.”
Jeugdtrainer
Als Breuer terugkeert van zijn korte vakantie in Zwolle, gaat hij begin juli aan de slag als jeugdtrainer/assistent van Sparta Rotterdam Onder 17. "Ik heb TC III en II in de pocket en wil volgend jaar TC I nog halen. Dan heb ik alle papieren om het trainersvak in te gaan. Het trainersvak is anders dan zelf tussen de lijnen staan, maar ik weet dat ik het leuk ga vinden. Al zal ik soms voor mezelf nog wel even op de rem moeten trappen als ik de jongens een partijspel zie doen, haha."