Het seizoen van Peterson begon met die verwoestende uithaal in de Johan Cruijff ArenA tegen Ajax. Het bleek net niet genoeg voor de overwinning, maar de toon was direct gezet bij Heracles Almelo en Peterson. De nog altijd pas 23-jarige linksbuiten ging vervolgens vrolijk verder met scoren en goed voetballen. De Zweed blijkt dit seizoen ook uitstekend met tegenslagen om te kunnen gaan, want hij werd in de derde speelronde geslachtofferd na de collectieve wanprestatie in de eerste helft uit tegen Willem II.
Peterson werd naar de kant gehaald ten faveure van Silvester van der Water. Peterson sloeg terug en liet in de daaropvolgende speelrondes zien dat de wedstrijd in Tilburg een incident was. Thuis tegen AZ scoorde hij en in de uitwedstrijd tegen sc Heerenveen was hij met recht ongrijpbaar. Zeven doelpunten en 1 assist na zes wedstrijden; Peterson zit nu al op hetzelfde aantal doelpunten als vorig seizoen.
De wereldgoal van Kristoffer Peterson tegen Ajax
De absolute doorbraak van de aanvaller lijkt dan eindelijk aanstaande, want hij voetbalt inmiddels al even in Nederland. Bij FC Utrecht en Roda JC wist hij echter geen beklijvende indruk achter te laten. In Utrecht tekende hij voor vier seizoen, maar kwam hij in drie jaar tot slechts dertig wedstrijden. In de Domstad zal hij voornamelijk herinnerd worden als diegene die klappen kreeg van ploeggenoot Anouar Kali.
Bij Heracles Almelo hervond Peterson zijn vertrouwen en speelde hij Brahim Darri uit de basis. Peterson speelt zichzelf momenteel in de kijker van menig andere club. Hij heeft een contract tot de zomer van 2019, al heeft de club nog wel een optie om een jaar eraan vast te plakken. De vraag is: is het hoge gemiddelde van Peterson toeval of is zijn algehele niveau omhooggegaan? Daarvoor gebruiken we de statistieken van Whoscored.com.
Dribbelaar
Om een beeld te schetsen vergelijken we hem met de linksbuitens van de traditionele top drie: Sam Larsson (Feyenoord), Steven Bergwijn (PSV) en Dusan Tadic (Ajax). Uiteraard steekt Peterson erbovenuit qua doelpunten, maar wat ook direct opvalt is dat hij veel vaker heeft geschoten dan Larsson, Bergwijn en Tadic. Gemiddeld liefst 3.7 keer per wedstrijd. Peterson is veel meer dan Tadic of Larsson een dribbelaar. Dat is ook te zien aan de statistieken, want hij heeft meer geslaagde dribbels dan geslaagde sleutelpasses.
Het is natuurlijk logisch dat Peterson minder vaak de bal krijgt in gevaarlijke posities dan de buitenspelers van de top drie. Daarom is het des te knapper dat hij vrijwel evenveel gevaar weet te stichten. Peterson geeft gemiddeld maar negentien passes per wedstrijd, ten opzichte van 32 (Larsson & Bergwijn) en 47 passes (Tadic) van de anderen. De cijfers laten zien dat de doelpunten van Peterson geen toeval zijn, want hij kan meer dan alleen scoren. Met terugwerkende kracht had niet Larsson opgeroepen moeten worden voor het Zweedse elftal in de laatste interlandweek, maar Peterson. Althans, dat wijzen de statistieken in ieder geval uit.