Zie hem sjouwen en sleuren tegen Benfica, die Kasper Dolberg. Zie de gave balaanname van de Deense international waardoor hij oog in oog komt met Benfica-doelman Vlachodimos. Zie de duels met de sloopkogels Jardel en Conti, de mandekkers die keer op keer in zijn rug beuken. Toch blijft de Deense variant van de man van glas als een huis overeind staan.
Dolberg meldt zich op karakteristieke wijze na afloop van de gelukkige maar verdiende zege op de Portugezen in de mixed-zone. Achter het norse, maar zachtmoedige gelaat gaat een gelukzalig gevoel schuil, zo blijkt. “Ik voel me goed, beter dan ik me in lange tijd gevoeld heb. Het is heerlijk om weer vrijuit te kunnen voetballen.”
BASISKLANT
Dolberg werd het afgelopen jaar geteisterd door blessures. De afgelopen maanden kampte hij met een buikwandkwetsuur, een spierblessure die hem drie maanden parten had gespeeld. Vanaf de uitwedstrijd tegen PSV maakte hij zijn eerste minuten in de Amsterdamse hoofdmacht. Eerst tweemaal een helft als invaller, vervolgens als basisklant. Tweemaal een uur.
Hij kan zich werkelijk niet meer herinneren hoe lang het geleden is dat hij een hele wedstrijd heeft gespeeld. “Dat is zeker een jaar geleden”, vertelt hij, gedoucht en strak in pak. “De laatste tien minuten werd het zwaar, begon ik het te voelen. Maar in zo’n wedstrijd blijf je natuurlijk gaan. Dat was ook geen probleem hoor.”
KANSEN
In het zes-puntenduel met de Portugezen werd Dolberg voor de eerste keer in de Champions League door Erik ten Hag naar voren geschoven als zijn eerste spits. “Ik heb dit soort wedstrijden nodig om weer in vorm te komen. Zeg maar de vorm die ik twee jaar geleden had in de Europa League. Ik voel me fysiek sterk, begin ritme te voelen. Dat gevoel is lang weggeweest. Nu moet ik gewoon weer goals gaan scoren, zoals in de competitie en de beker.”
Tweemaal was Dollie dichtbij een treffer. Vlak voor rust werd een inzet uit een scrimmage van de lijn gehaald. Eerder, in de 22e minuut, was een enorme kans niet aan hem besteed, toen hij één-op-één kwam te staan met Odisseas Vlachodimos. “Ik dacht: déze gaat erin. Het had ook een goal moeten zijn, het was één van de grootste kansen van de wedstrijd. Ik wilde de bal over zijn schouder schieten, maar ik kwam niet goed onder de bal. Goede redding hoor, maar ik had moeten scoren.”
CONTRACTVERLENGING
Het had het passende slotstuk kunnen zijn van een aangename week voor Dolberg. In Heerenveen maakte hij op zaterdagavond een mooie treffer, twee dagen later verlengde hij zijn contract met een jaar tot medio 2022. Best opvallend voor een spits die door de Europese topclubs amechtig in de gaten wordt gehouden. Daardoor zullen eventuele belangstellenden dieper in de buidel moeten tasten. “Dat is waar. Toch heb ik niet getwijfeld om bij te tekenen.”
Hij legt uit: “Het initiatief ging weliswaar van Ajax uit. Maar eigenlijk vond ik het al snel een goed idee. Ik ben gewoon blij dat ik hier in Amsterdam ben. Dat ik onderdeel uitmaak van dit elftal.” Een elftal dat dichtbij plaatsing voor de knock-outfase van de Champions League is. Dit mag toch niet meer fout gaan? Kort maar bondig: “Nee.” Na een korte stilte: “Het was een belangrijke zege. De goal kwam precies op tijd.”
GROTE VORM
Een opvallende statistiek: de laatste twee keer dat Ajax in de eerste drie groepsduels van de Champions League niet verloor, haalden de Amsterdammers (in 1995 en 1996) de finale. Dolberg: “Dat is een goed voorteken.” Toch is er ook een waarschuwing, wat betreft dat overwinteren: “It’s not over yet.”
Zondag wacht in de Johan Cruijff Arena de thuiswedstrijd met Feyenoord. Is hij fysiek klaar voor de Klassieker? “Ja, honderd procent. Er zitten ook gewoon vijf dagen tussen de twee wedstrijden.” Dolberg wil niet zinspelen op wie er tegen de rivaal in de spits zal staan. Die beslissing is toch niet aan hem. Maar hij voelt zich met de week beter worden. “Het goede gevoel is er. Neem deze wedstrijd: ik voelde me beter dan mijn tegenstander. Dan weet je dat de grote vorm eraan zit te komen. En je weet ook: dit soort wedstrijden heb je gewoon nodig om de grote vorm te bereiken.”