Kevin Visser haalde zijn papieren om te werken als onderwijsassistent, maar besloot daar niets mee te doen. “Ik wilde altijd leraar worden, maar het voetbal werd voor mij steeds serieuzer. Het was voor mij onmogelijk om een lerarenopleiding te combineren met voetbal. Naarmate ik ouder werd, veranderden mijn interesses. Ik zie mezelf nu niet meer voor de klas staan.” Hij besloot zich naast het voetbal te storten op de wereld achter het opwekken van duurzame energie. “Ik heb een broertje dat al een aantal jaren zonnepanelen installeert. Hij vroeg zich af of het iets voor mij was om een eigen bedrijf in zonnepanelen te starten. In die tijd was ik aan het onderzoeken wat ik kon doen naast het voetbal. Ik ben mezelf gaan inlezen en heb cursussen gevolgd. Zo is het begonnen.”
Extra centje
Maakt Visser zich druk om het milieu of gaat het puur om het verdienen van een flinke zak met geld? “Ik ben begonnen met mijn eigen bedrijf, omdat mijn voetbalcarrière niet oneindig is. Dat ik er een extra centje mee verdien, is een mooie bijkomstigheid. Ik was altijd al bezig met duurzaamheid. Ik wilde onafhankelijk zijn van een energiemaatschappij.” Al snel kwam Visser erachter dat het geen makkelijke opgave werd om een bedrijf van de grond te krijgen. “In het begin moest ik een manier vinden om het voetbal te combineren met het werk. Dat was lastig, want het bedrijf moest nog helemaal opgebouwd worden. Als je veel zonnepanelen installeert, gaat het op den duur steeds beter. Door mond-tot-mondreclame kreeg ik meer opdrachten. Daarna liep alles vanzelf.”
Zelf legt Visser de zonnepanelen niet op de daken. “Ik kan het zelf, maar ik vind dat niet netjes naar FC Volendam toe. Het werk speelt zich vaak af op hoge daken. Natuurlijk heb ik valbeveiliging, maar daarmee kan ik de risico’s niet helemaal uitsluiten. Wanneer het dan toch misgaat, dupeer ik de club.” Hij huurt installateurs in en zorgt zelf voor de zaken rondom de installatie. “Ik werf continu klanten en maak offertes. Ook houd ik na de installatie contact met de klant.”
Het lijkt een bomvol programma naast het voetbal. Toch ervaart Visser geen stress. “Dat komt door mijn manier van plannen. Wanneer ik een keertje laat klaar ben op de club, bel ik de klant even op. Meestal ben ik dan ongeveer een half uurtje later.” Visser heeft geen bedrijfspand, maar doet alles vanuit huis. “Zelf heb ik geen opslag. Ik sla de spullen op bij vrienden. Zo grijp ik nooit mis.” Het meeste werk vindt plaats in Zuid-Holland. Af en toe weten de mensen in de rest van het land hem ook te vinden. “Het is een heel breed gebied. Ik ben in Eindhoven geweest, maar kom ook in Harlingen en Groningen.”
Om ook nog tijd voor zijn privéleven te hebben, heeft hij een afspraak met zichzelf gemaakt. “Om half negen in de avond stop ik met het werk. Dan is het tijd voor ontspanning. Ik ga dan bijvoorbeeld rustig televisiekijken met mijn vrouw. Mijn middagen zijn altijd helemaal gevuld en ook in de avond steek ik een hoop tijd in mijn bedrijf.”
Luchtig
Zowel bij Volendam als bij zijn bedrijf moet Visser flink bikkelen. Hij vindt dat de twee werelden behoorlijk op elkaar lijken. “Toen ik begon met mijn bedrijf, had ik ontzettend veel doorzettingsvermogen nodig. Daarnaast moet je in deze branche communicatief heel sterk zijn. Dat geldt ook voor een voetbalteam. Als je duidelijk bent naar teamgenoten, loopt het in het veld allemaal veel makkelijker.”
En is de humor van de voetbalkleedkamer ook te vergelijken met de sfeer binnen zijn bedrijf? “Het is altijd even aftasten. Met grote klanten heb ik vaak serieuze gesprekken, maar een dolletje tussendoor moet kunnen. Ik houd het een beetje luchtig. Met veel jongens die ik inhuur, is het regelmatig lachen, gieren en brullen. Plezier is belangrijk. Als ik alles heel stijfjes en serieus doe, ebt het plezier weg.”
Visser heeft een aantal tips om duurzamer te leven. “Haha, natuurlijk zonnepanelen plaatsen. Als mensen dat niet willen, zijn er nog andere opties. Ik bekijk samen met klanten hoe ze zuiniger kunnen omgaan met het gebruik van licht. Vaak is er bij oudere huizen nog veel te winnen op de vloerisolatie. Verder is mijn advies per huis verschillend.”