Hij is lang, Sven Botman. Nog net geen twee meter, maar veel scheelt het niet. Twee jaar geleden maakte de linksbenige centrale verdediger naam tijdens de Future Cup, het prestigieuze internationale toernooi voor B-junioren dat jaarlijks op De Toekomst wordt gespeeld. Botman werd in de halve finale tegen Anderlecht bij een 2-1 achterstand als stormram mee naar voren gestuurd. Dankzij een doelpunt en een assist van de verdediger uit Badhoevedorp haalde Ajax B1 alsnog de finale. En passant slingerde de boomlange jeugdinternational er nog een paar Messiaanse bewegingen uit. “Ik dacht: waarom ook niet? Achterin mag je nooit risico nemen.”
Er was hem tijdens de bewuste paasdagen veel aan gelegen om zichzelf te laten zien. “Het was mijn tweede Future Cup, ik was aanvoerder. Het moest gewoon gebeuren. Je weet: als je daar presteert, dan maak je een goede stap voor jezelf. Kun je jezelf meten met de beste jeugdteams van Europa.” Een meetpunt is het toernooi zeker ook binnen de Amsterdamse jeugdopleiding. Mocht het al niet als een paal boven water staan, dan nu zeker: Botman beschikte over potentie, eerste elftal-potentie. Na één seizoen in de A1 werd hij doorgeschoven naar Jong Ajax, een paar maanden nadat hem een vierjarig contract was voorgeschoteld. Botman: “Ik moet zeggen: na tien jaar in de opleiding was ik er ook wel aan toe. Ik was uitgeleerd in de jeugdcompetities.”
Botman, van 12 januari 2000, weet dat het snel kan gaan bij Ajax. Neem Matthijs de Ligt, een speler met wie de linkspoot nog weleens wordt vergeleken. Ten onrechte, zo meent hij. “Zoiets wordt te makkelijk even gezegd. Je bent niet zomaar de niuwe De Ligt. Matthijs is een geweldige voetballer, ik wil en mag mezelf helemaal niet met hem vergelijken. Maar hij is wel een voorbeeld van hoe ongelofelijk snel het hier kan gaan.”
Zelf maakte hij ook paar zevenmijlspassen. “Ik ging afgelopen zomer de vakantie in als eerstejaars A-junior, maar mocht in de voorbereiding op dit seizoen met het eerste mee op trainigskamp. Naar Duitsland en Engeland. Dat had ik niet verwacht, maar het was schitterend om mee te maken. En leerzaam.”
Botman stak er veel op, van Daley Blind en Matthijs de Ligt bijvoorbeeld, en vond het mooi hoe hij door de grote jongens werd geaccepteerd als one of the guys. En dat terwijl de belangen groot waren. “Het waren serieuze trainingskampen. Aan alles was te merken dat de Champions League hoog op het verlanglijstje stond. De trainingen waren zwaar, ik kon gelijk vol aan de bak.”
PROF
In augustus van het vorige jaar maakte Botman in Kerkrade zijn profdebuut. Al snel besefte hij dat hij er nog lang niet was. “Alles gaat sneller in de Keuken Kampioen Divisie. Er wordt veel meer van mij geëist dan in de jeugd. Je moet slimmer zijn, vooral in de duels. Neem die spits van Go Ahead Eagles (Thomas Verheydt, red.). Voetballend kon ik hem wel aan, maar in de duels was hij ijzersterk. In het eerste het beste duel was het al hoofd tegen hoofd. Hij een bleodneus, ik zo’n ei op mijn hoofd. Hoorde ik later dat hij op kickboxen had gezeten. Je moet dus niet blind de duels ingaan.”