Het is vrijdagavond, tien over half acht in Auxerre. In het Stade de l’Abbé-Deschamps zingt een groepje supporters de keel schor. Zij draagt merchandise met rood-zwarte kleuren. Het is de huisstijl van Chateauroux. De schamele hoeveelheid eigen fans weet de bezoekers uit de gelijknamige Franse stad niet te overstemmen. Het toeschouwersaantal komt om en nabij het eerste fluitsignaal uit op 4279.
Twee minuten na de aftrap hangt een van de fans van Auxerre een spandoek op bij het vak met de harde kern. De Ultras AJ Auxerre, vertegenwoordigd in een vak achter het doel, zijn de enigen die tijdens het duel geluid maken. Er wordt getrommeld en gezamenlijk gesprongen.
Tot aan de 1-1 van Chateauroux, dat wel. Tegen het einde van de wedstrijd klettert er een, inmiddels traditiegetrouw, fluitconcert van de tribune achter het doel. De stand is dan 1-2. Auxerre zakt door die nederlaag af naar de zestiende van twintig plekken in de Franse Ligue 2.
Europese uitstraling
Het Stade de l’Abbé-Deschamps heeft een capaciteit van 24.493 plaatsen. Dat aantal is gebaseerd op de bovengemiddelde prestaties in de zero’s. Het stadion behoort, geheel in die lijn, een Europese uitstraling toe. Abbé Deschamps richtte de Assocation Jeunesse Auxerroise, kortweg AJ Auxerre, op in 1905. Het stadion werd in 1994 na een grote renovatie vernoemd naar Deschamps.
Er zitten op woensdag 3 november 2010 18.727 toeschouwers op de tribune als Auxerre het in de Champions League opneemt tegen Ajax. De Amsterdammers treden aan met onder meer Suarez, Vertonghen, Gregory van der Wiel en Maarten Stekelenburg. Spelers die op dat moment allemaal toewerken naar een volgende stap richting de Europese top. De dan achttienjarige Christian Eriksen valt zeven minuten voor tijd in.
Toby Alderweireld weet Ajax vlak voor tijd op gelijke hoogte te brengen. Het blijkt niet genoeg tegen AJ Auxerre.
Coach Martin Jol zet Miralem Sulejmani, aankoop van zestien miljoen euro, na rust in om een vroege achterstand te repareren. De aanvaller komt binnen de lijnen voor Vurnon Anita. Via Toby Alderweireld komt Ajax in de 79ste minuut op 1-1. Het zorgt voor opluchting, die onder de Ajax-fans slechts vijf minuten voelbaar is. Dan maakt Steven Langil de 2-1 voor Auxerre.
Die avond staan er bij de thuisclub spelers op het veld met jarenlange ervaring in Europa. Neem een Benoit Pedretti, die met 22 interlands voor de Franse ploeg naar Auxerre komt. De club betaalt vijf miljoen euro om hem over te nemen van Olympique Lyon. Op het middenveld is hij seizoenenlang een vaste kracht bij Auxerre. Jeremy Berthod komt via AS Monaco en Olympique Lyon bij Auxerre terecht. De Zwitserse verdediger Stéphane Grichting belandt in 2002 in Auxerre, om daar tien jaar later weg te gaan als gewaardeerd international.
Spijkers
Tegenwoordig worden er geen miljoenen euro’s meer over de balk gesmeten. Auxerre is een patiënt geworden die na jarenlang overgewicht ineens met klachten voor ondergewicht bij de diëtist aankomt. Het verval is zichtbaar. Verouderd hout in het stadion wordt gecamoufleerd met daaroverheen gespijkerde ‘nieuwe’ planken. Een inkomende transfer mag niets kosten. Dat zorgt er tegelijkertijd voor dat de spelers die binnenkomen niet goed genoeg zijn voor een terugkeer naar de Ligue 1.
Jan Vertonghen treurt na de nederlaag van Ajax tegen AJ Auxerre.
Neem Yaya en Pape Sané, die dit jaar allebei gehuurd worden door Auxerre. De twee Senegalezen zijn gekomen van respectievelijk Bursaspor en Caen. Met name van Pape Sané werd als tweevoudig international en bewezen scorende spits verwacht dat hij een voltreffer zou zijn. Dat gaat vooralsnog niet volgens plan: de nummer negen staat na veertien gespeelde duels op één doelpunt.
Auxerre zoekt zich wezenloos naar een nieuw gezicht. De tijd van succescoach Guy Roux ligt al ver achter de club. Het stadion is groot, maar heeft een clubleiding nodig die de juiste keuzes maakt. De supporters verlangen naar een terugkeer op het niveau waar Auxerre voor het seizoen 2011/12 een vertrouwd gezicht was. Dat wordt, met de huidige staat van de club, een geweldige uitdaging.