In de geschiedenis van het Spaanse voetbal zijn drie clubs immer op het hoogste niveau te vinden geweest. De eerste twee zullen niet verrassen: Real Madrid en FC Barcelona. De derde is wellicht een wat vreemdere eend in de bijt. Athletic Bilbao flirtte af en toe met degradatie (in 2007 werden ze zelfs zeventiende), maar hield altijd stand. Een knappe prestatie, als u een blik op de ongeschreven clubwetten werpt. Waar FC Barcelona en Real Madrid na de uitvinding van de Boeing vercommercialiseerden en speler na speler uit Verweggistan plukte, bleef Athletic Bilbao dicht bij zichzelf. Heel dicht bij zichzelf. Bij spelersverwerving moet kwaliteit hand-in-hand gaan met een opmerkelijk criterium: afkomst. Zonder Baskische roots (een random voorouder is al genoeg) of een jeugd in de contreien rond Bilbao komt een speler bij Bilbao niet binnen.
Racisme? Zo wordt het bij Athletic niet gezien. “Dat is alsof iemand zegt dat het nationale team van Ierland racistisch is, omdat er alleen Ieren spelen. Het beleid om alleen Basken in het team te laten spelen is een traditie. Het heeft niks te maken met racisme”, zei clubhistoricus (ja, Athletic Bilbao heeft er een) Asier Arrate tegenover FourFourTwo. Het ideaalbeeld van Athletic Bilbao is om de beste spelers uit de tamelijk chauvinistische regio in zijn elftal te hebben. Het nationale team van Baskenland, spelend in de Spaanse competitie. Het opnemend tegen de Madrileense bureaucratie.
Vreugde na een winnende goal van Real Sociedad tegen Athletic Bilbao
Uiteraard zitten er wat haken en ogen aan dit beleid. De club heeft een van de beste jeugdopleidingen van Spanje en produceert zo meer dan talentvolle spelers. En zijn wereldtoppers-in-wording bereid heel hun leven in de Spaanse subtop te spelen? Nee, zo blijkt. Spelers als Javi Martínez en Fernando Llorente trekken op een gegeven moment de weide wereld in. Maar dit is niet eens de voornaamste reden waarom een nationaal team van Baskenland nooit in Bilbao zal spelen. Dat is de rivaal: Real Sociedad. Een club die van huis uit hetzelfde wil hebben als de grote broer uit Bilbao. Basken in het elftal.
Real Sociedad had tot 1989 hetzelfde beleid in zijn spelerswerving als Athletic Bilbao, maar moest om competitief te blijven zijn regels aanpassen. De concurrent heeft meer geld en meer uitstraling, dus een toekomst met alleen Basken zou de club langzaam maar zeker naar de anonimiteit helpen. Desondanks wil Real Sociedad nog steeds dat minimaal vijftig procent van zijn spelers een Baskische achtergrond heeft. En zo plukt het af en toe een mooie speler voor de ogen van Athletic Bilbao weg. Xabi Alonso komt uit Tolosa, een mooie kleine stad op zo’n anderhalf uur rijden van Bilbao. Toch groeide hij op bij Real Sociedad en niet bij Athletic.
Veel lokale rivaliteiten in Spanje hebben een maatschappelijke component. Espanyol tegen FC Barcelona is pro-Spanje tegen pro-Catalonië, Valencia – Villarreal is stad - provincie en Real Madrid versus Atletico Madrid is elite versus arbeider. In de derby van Baskenland wordt ook een tikkeltje argwanend naar elkaar gekeken, maar de supportersgroepen hebben hetzelfde droombeeld: een autonoom Baskenland. De rivaliteit zit hem veel meer in het belemmeren van elkaars ontwikkeling. Als twee vissers aan de Golf van Biskaje, constant testend wie de langste hengel heeft. Wie de vissen vangt die de trots van Baskenland het beste verdedigen.