Dat Leroy Sané zich twee jaar na zijn transfer naar Manchester City de beste jonge speler van de Engelse velden mag noemen, is opvallend. Hij troefde de andere genomineerden Harry Kane (Tottenham Hotspur), Marcus Rashford (Manchester United), Ryan Sessegnon (Fulham), Raheem Sterling en Ederson (allebei Manchester City) af.
Onder trainer Pep Guardiola groeide Sané dit seizoen uit tot een onomstreden kracht. Zijn aandeel in het behalen van de Engelse landstitel is aanzienlijk. Over alle competities genomen scoorde hij in 45 wedstrijden dertien keer. Daarnaast bediende hij zestien keer een ploeggenoot van Manchester City.
Dubbel en dwars
Sané kreeg van Guardiola het vertrouwen op de linksbuitenpositie, met name nadat zijn oogappeltje Gabriel Jesus een zware blessure opliep. Dat betaalde de 22-jarige aanvaller dubbel en dwars uit, maar vooral: hij deed het dit seizoen consistent. Er is geen periode geweest waarin Sané even gas terug nam. Terwijl spits Jesus in het begin van het seizoen samen met Sergio Aguero voorin de dienst uitmaakte, heeft Guardiola gaandeweg zijn buitenspelers belangrijk gemaakt. Dat is ook terug te zien aan het rendement van Sterling: 42 wedstrijden, 22 goals en 14 assists.
Congratulations Leroy Sane, the men’s PFA Young Player of the Year in association with @Forever_Hope_FD
— PFA (@PFA) 22 april 2018
#PFAAwards pic.twitter.com/AzZNx6RgG1
Manchester City nam Sané twee jaar geleden over van Schalke 04. De club betaalde vijftig miljoen euro voor de komst van de Duitser, die inmiddels elf interlands achter zijn naam heeft staan.
Dele Alli
In zijn eerste seizoen scoorde Sané negen keer in 37 wedstrijden. Hij deelde ook nog acht assists uit. Destijds kreeg hij al erkenning door een nominatie voor de Talent van het Jaar-verkiezing. Tottenham Hotspur-talent Dele Alli ging, net als het jaar ervoor, echter met de trofee aan de haal.
Sané zorgde er mede voor dat Manchester City al vijf wedstrijden voor het einde van het seizoen de kampioensschaal in ontvangst mocht nemen. Voor hem een bekroning op een zowel collectief als persoonlijk topjaar.