Voor hoge verwachtingen moeten we waken. Dinsdagavond Liverpool – Paris Saint-Germain. Sadio Mané, Roberto Firmino en Mohamed Salah tegen Neymar, Edinson Cavani en Kylian Mbappé, zoiets kan haast niet tegenvallen, toch? Reken maar van wel: zelfs onder Jürgen Klopp zijn toppers in de Premier League het aanzien zeker de helft van de tijd niet waard. Daarom is het des te belangrijker om terug te kijken naar toen het wel mooi was. Zoals in 2016. De laatste keer dat Thomas Tuchel Liverpool bezocht deed hij het als trainer van Borussia Dortmund en werd het een wedstrijd voor de eeuwigheid. Kroniekje van een klassieker.
Gehavend
In de steigers, is de eufemistische term voor het Liverpool dat Jürgen Klopp op 7 april 2016 mee had voor zijn rentree in het Westfalenstadion. Het team bestaat uit tien middelmatige spelers en Philippe Coutinho, als je hard wil zijn. Simon Mignolet, Dejan Lovren en Mahmadou Sakho stralen weinig uit, linksback Alberto Moreno is zelfs een regelrechte ramp als het op verdedigende arbeid aankomt. Divock Origi maakt tegen alle verwachtingen in 0-1, uiteindelijk neemt Liverpool een 1-1 mee. Dat lijkt een goede uitgangspositie.
Lijkt. Na een kwartier op Anfield staat het 0-2, Pierre-Emerick Aubameyang heeft de ploeg geveld. Het lentelicht dooft boven de Kop. Of er nog plaats is in het grote avonturenboek van Liverpool in Europa weten we niet, het wordt vanavond ook niet relevant. De 1-2 van Divock Origi wordt vlak voor het uur teniet gedaan door Marco Reus. ‘Robin’ doet met 1-3 aan de Anfield Road End de boeken definitief toe, toch? Dat Coutinho even later 2-3 scoort bezorgt een lichte twijfel bij de geel-zwarten, meer ook niet.
De hel
Het is een kwartier voor tijd dat het kantelt. Mahmadou Sakho kopt een verlaten hoekschop binnen voor de 3-3. Met die gelijke stand heeft Liverpool er nog eentje nodig. Dortmund mag de betere ploeg hebben, met bijvoorbeeld nog ene Mats Hummels centraal achterin. Twijfelen aan de uitkomst doet ineens niemand meer. De Kop zuigt ballen het doel in, zo beweerde amateurwetenschapper en toptrainer Bill Shankly in de jaren ’60 al. Vraag maar aan St. Etienne, Olympiakos Piraeus, Chelsea, José Mourinho. In dit geval is het Dejan Lovren, huisschlemiel van het hele gebied tussen Walton Breck Road en het Stanley Park, die de bal majestueus in ’t doel werkt.
Zelfs wie alles heeft gezien, en bij Liverpool is die kans groot, is even stil. Het juichen heeft meer van huilen weg. Creatieve verslaggevers beweren nog wel eens dat een resultaat voor de poorten van de hel is weggesleept, wel, deze uitslag is ontvreemd ver binnen de grenzen van Hades’ rijk en op een of andere manier ongezien de velden van Anfield Road binnengesmokkeld. Waar Dortmund nog verdoofd staat na een dergelijk gebrek aan cameratoezicht, baadt Anfield in geluk.
Het verhaal kende geen happy end. De ploeg van Klopp doet wat ploegen van Klopp te vaak doen: een finale verliezen. In Basel is Sevilla na rust veel te sterk. De uitslag, 1-3, zullen de liefhebbers nog weten. Wie scoorden, geen idee meer van. Irrelevant ook. De 4-3 van 14 april 2016 is zo’n wedstrijd waar je het voor doet. Een wedstrijd die nooit meer vergeten mag worden.