2016 was het jaar van Excelsior Maassluis en Jean-Paul van Leeuwen. De 25-jarige doelman werd kampioen van de Zaterdag Topklasse met de Tricolores, won het algehele amateurkampioenschap en de Supercup. Drie nieuwe prijzen voor Van Leeuwens verzameling. Een verzameling die voornamelijk bestaat uit bekers en schalen die hij met Excelsior Maassluis won. Sinds zijn kindertijd pakt de doelman al prijzen met de Zuid-Hollandse club.
Je speelt al jaren bij Excelsior Maassluis. Voel je jezelf een kind van de club?
“Ja, dat gevoel heb ik. Ik kom hier al tien jaar over de vloer, dus ik voel me hier echt thuis. Als eerstejaars A-junior kwam ik bij Maassluis. Vanuit daar ben ik, net als veel van mijn teamgenoten, doorgestroomd naar het eerste. Daarvoor zat ik bij Sparta Rotterdam en Sportclub Feyenoord. Als keeper van Excelsior Maassluis vond ik het plezier in voetbal weer terug. Bij die andere clubs lag de nadruk op het opleiden in plaats van het plezier.”
Hoe zou je de club omschrijven?
“Het is echt een familieclub. Heel veel gasten uit het eerste spelen al jaren voor Excelsior Maassluis. In hun jeugd liepen ze op de club rond. Daarna stonden ze allemaal onder contract bij verschillende profclubs, maar iedereen kwam weer terug. Je kunt ons ook wel een vriendenteam noemen. Een vriendenteam dat een aardig balletje kan trappen. We kennen elkaar goed. Iedereen komt uit de regio. Dat komt ook omdat Excelsior Maassluis niet zo’n hoog budget heeft om spelers overal vandaan te halen. De club moet het van eigen middelen hebben, dat is haar kracht. Als team klikt het, dat is het belangrijkst. Dat komt ook omdat we al jaren met elkaar voetballen. Enkele jongens komen net als ik uit Vlaardingen. Met hen spreek ik naast het voetbal ook af. We carpoolen naar de club of gaan even de stad in. Iedereen komt hier uit de buurt en we zien elkaar vaak.”
Spelen jullie dit seizoen anders dan voorgaande jaren?
“Ja. We zijn een hele andere weg ingeslagen. Spelen meer aanvallend. Dat is even wennen, maar het werkt. Deze speelstijl past ook bij ons spel. Alleen in de beker tegen PSV wilden we voornamelijk verdedigen, de intentie was om in dat duel te counteren. Door kleine foutjes zijn we afgestraft. Ondanks de nederlaag was het mooi om tegen PSV te spelen. Zeker voor de club, want een top drie-club kwam op bezoek. Er zaten 3.500 supporters. Ook voor ons als spelers een unieke ervaring. Dat gebeurt niet nog eens.”
Merk je dat de Tweede Divisie steeds meer toeschouwers trekt?
“De competitie wordt steeds professioneler en de ambiance gaat daarmee omhoog. Als je bij Katwijk of IJsselmeervogels speelt, staat er zo ruim duizend man te kijken. Dat maakt de Tweede Divisie interessant. Het zorgt er ook voor dat de druk hoger wordt. Ik kan daar beter mee omgaan dan vijf jaar geleden. Toen was ik een onvolwassen broekie, nu ben ik rustiger en zelfverzekerder. Als keeper krijg je van alles naar je hoofd geworpen tijdens uitwedstrijden, het lukte mij vijf jaar geleden nog niet om het publiek van de tegenstander uit te schakelen. Nu wel. Ik focus me nu meer op de wedstrijd. Ik zet me ook makkelijker over kleine foutjes heen, dat was in het verleden een groter probleem. Ik probeer ook meer te dollen met de supporters achter het doel, dat kunnen ze ook waarderen. Ik doe dat bijvoorbeeld altijd op De Krom tegen Katwijk. Het publiek raakt dan betrokken, daar houd ik van. Bovendien doen wij het altijd goed tegen Katwijk.”
Wat doe je naast het keepen bij Excelsior Maassluis?
“Ik run mijn eigen sportschool. Het is een kleinschalige sportschool, want er wordt alleen maar personal en small group training gegeven. Het doel van de sportschool is om het optimale uit iemands gezondheid te halen, vandaar dat we ook alleen op afspraak werken. Daarnaast richten we ons op een doelgroep, dat is onze sterkte. Het runnen van een eigen sportschool en het keepen bij Excelsior Maassluis is te combineren. Alhoewel ik moet zeggen dat het niet erg is om af en toe op zaterdag of maandag vrij te hebben, haha. Mensen vergissen zich nog weleens in het aantal uren dat wij met Excelsior Maassluis bezig zijn, in mijn geval is dat zo’n vijftien à twintig uur naast mijn baan. Het voordeel dat ik heb is dat ik ’s ochtends werk, aan het eind van de middag en het begin van de avond. Ik woon in Vlaardingen, dus als ik om half acht moet trainen op de club geef ik tot zeven uur training en rijd ik gelijk door naar het voetbal. Dan is het ideaal.”
Heb je nog voorbeelden in het keepersvak?
“Edwin van der Sar en Marc-André ter Stegen vind ik goed. Daarnaast ben ik fan van FC Barcelona. Ik houd van Ter Stegens reflexen en zijn manier van keepen. Als ik mezelf met iemand moet vergelijken dan is hij het. Voetballend kan ik me overigens totaal niet vergelijken met Ter Stegen. Dat is een minder sterk punt van mij. Als ik ook die kwaliteiten zou hebben, zou ik niet bij Excelsior Maassluis spelen, haha.”