Als het over ADO Den Haag gaat, begint Vicento enthousiast te vertellen. Het seizoen 2010/11 was voor de geboren Zoetermeerder in één woord fantastisch. De spelers waren ontspannen en gingen letterlijk dansend naar de wedstrijden toe. “We waren onderweg naar Eindhoven voor de uitwedstrijd tegen PSV en liepen de polonaise in de bus. De muziek galmde uit de speakers. Eenmaal op het veld waren we niet slap, maar knalden we. In de laatste minuut gaf ik de bal op Wesley Verhoek en hij maakte de winnende 1-0. Niet alleen dat duel, maar het hele seizoen was uniek. Spelers als Jens Toornstra, Verhoek, Mike Van Duinen en Dmitri Bulykin waren top. We wonnen uit bij Ajax en PSV, speelden thuis gelijk tegen Feyenoord en pakten drie punten in De Kuip. We vochten voor elke meter. Man, zo’n periode heb ik daarna nooit meer meegemaakt.”
Geen geld
Vicento kwam 99 keer in actie voor de Haagse club. Voor geen enkele club speelde hij meer wedstrijden. Na vier jaar bij ADO koos Vicento voor een avontuur bij het Griekse PAS Giannina. Op het hoogste niveau van Griekenland maakte hij de bizarste dingen mee. “In zes maanden tijd had ik vier verschillende trainers. We deden het niet eens slecht, want we stonden op een keurige zesde plek. Trainers werden daar makkelijk weggestuurd. Het maakte mij niet uit wie er voor de groep stond. De aanpak van trainers was meestal wel erg verschillend. Zo hadden we een trainer die voor een wedstrijdvoorbereiding van drie dagen koos. Wij verbleven dan in een hotel. Het team at met elkaar, trainde en besprak dingen. Ik ging er niet beter door voetballen. Zelfs voor een thuiswedstrijd pakte hij het zo aan. Kijk, bij een uitwedstrijd snap ik dat je in een hotel gaat zitten. Als we thuis speelden, vond ik dat niet nodig. Ik at liever lekker thuis.” Wanneer hij dacht alles te hebben gehad, moest het ergste nog komen. “Ik kreeg elke keer na drie maanden pas mijn geld. Het is in Griekenland blijkbaar heel normaal dat de clubs achterstanden hebben. Sommige mensen betalen ze twee of drie jaar later. Toen besloten mijn vrouw en ik om weer naar Nederland te gaan.” Mislukt noemt Vicento het Griekse avontuur niet. De aanvaller genoot van de sfeer in de stadions. “Het maakte niet uit waar je speelde, want overal waren de supporters echt geweldig. Ze gingen helemaal los en maakten negentig minuten lang lawaai. Dat mis ik een beetje in Nederland. Ik zie het terug bij Utrecht, Feyenoord en ADO Den Haag. Daar zie je de echte supporters. Of het nou goed gaat of juist slecht, ze zijn er altijd.”
Smerige spelletjes
Eenmaal terug in Nederland speelde Vicento voor Willem II en Helmond Sport. In juli van dit jaar besloot hij te stoppen in Helmond. “Ik ben nu huispapa en de hele dag bezig met mijn twee kinderen. Dat is beter voor mij. Ik heb minder aan mijn hoofd dan toen ik nog profvoetballer was. Voor het niveauverschil hoef je het ook niet te laten. Helmond Sport heeft ongeveer hetzelfde niveau als Kozakken Boys.” Vicento vond het niet altijd leuk om profvoetballer te zijn. Hij was het helemaal zat. “Bij sommige clubs letten ze op hele kleine dingen. Het is bijvoorbeeld een probleem dat je met witte sokken traint en je mag geen pet dragen als je op de club komt. Soms zijn trainers als idioten aan het schreeuwen of je wordt naar binnen gestuurd. Als er van boven wat gezegd wordt, dan kan iedereen in een keer omschakelen en worden er vieze spelletjes gespeeld. Ik denk dat negen van de tien spelers niet gelukkig zijn in de profwereld. In de wereld van het profvoetbal ben je de hele tijd bezig met elkaar en zijn er veel irritaties. Trainers irriteren zich aan spelers en dat geldt ook weer andersom.”
Advies
Zelf vindt Vincento dat hij op een normale manier weg ging uit Helmond. Het contact met Kozakken Boys was er al. “Ik ging niet wachten of er nog wat anders kwam. Mijn keuze had ik al snel gemaakt. Ik vroeg advies aan Jordy Strooker van Rijnsburgse Boys en aan Raily Ignacio van AFC.Ik wilde weten hoe de Tweede Divisie was en hoe ik het allemaal moest aanpakken. Zij waarschuwden mij dat ik in een gat terecht kon komen. Ik trainde eerst iedere dag en nu maar drie keer per week. Dat was wennen, maar het gaat nu beter.” Tussen de Tweede Divisie en de Keuken Kampioen Divisie merkt Vicento geen verschil. “Sterker nog, wij wonnen in de beker van Almere City. Die doen het redelijk goed in de Keuken Kampioen Divisie. Veel spelers uit die competitie kiezen bewust voor de Tweede Divisie. Ze willen op hoog niveau blijven spelen, maar ook plezier in het voetbal houden.”
Plezier, dat is voor Vicento op dit moment het belangrijkste. Is een terugkeer naar het profvoetbal ooit nog een optie? “Ik ben nu al zevenentwintig en heb voor twee seizoenen getekend bij Kozakken Boys. Het is heerlijk en ik vind mijn leventje zo goed. Ik woonde drie jaar in Helmond en nu in Oosterhout. Dat is dichterbij de club en ze waren daar net klaar met bouwen van nieuwe woningen. Ik kon daar zo intrekken. De buren zijn heel leuk, mijn vrouw had hier gelijk werk en naar mijn ouders is het maar een uurtje rijden. De kinderen kunnen hier naar een goede kinderopvang. Als ik weer heel veel plezier heb in het voetbal, kan ik het in de profwereld nog gaan proberen. Nu denk ik daar helemaal niet over na.”