Dat de selectie van Manchester City meer dan voldoende kwaliteit bezit, daar twijfelde niemand voor aanvang van dit seizoen aan. Toch presteerde de ploeg het om alle verwachtingen te overtreffen. Na een klein slippertje in de eerste wedstrijd van het seizoen, waarin het niet verder kwam dan een gelijkspel tegen Everton, duurde het liefst vier maanden voor City weer eens punten liet liggen. De passes van Kevin De Bruyne, de snelheid van Raheem Sterling en het katachtige keeperswerk van Ederson waren onderdeel van de frivole vechtmachine.
Manchester City verloor in de tweede seizoenshelft pas voor het eerst. Op 14 januari werd de reeks van 22 ongeslagen duels keihard doorbroken door angstgegner Liverpool. In een fantastische wedstrijd gingen The Citizens dan eindelijk met 4-3 onderuit, waardoor het niet langer kans maakte op de eretitel The Invincibles. De nederlaag tegen Liverpool kon de pret echter bij lange na niet drukken. City ging vrolijk verder met het overtuigend winnen van wedstrijden en niemand twijfelde over het aanstaande kampioenschap.
Gemiste kans
Door de topvorm van Manchester City, in combinatie met een fortuinlijk speelschema, kreeg de ploeg van Guardiola op 7 april de uitgelezen mogelijkheid om het seizoen op de best mogelijke manier af te sluiten. City kon in een rechtstreeks duel met stadsgenoot en aartsrivaal Manchester United de titel naar zich toe trekken. Het zou de ultieme vernedering betekenen voor The Red Devils en José Mourinho.
City creëerde kans op kans en ging met een 2-0 voorsprong de rust in. In de eerste helft leek er geen vuiltje aan de lucht, maar niets bleek minder waar. Door twee treffers van de zo verguisde Paul Pogba kwam de ploeg van Mourinho binnen vijf minuten tijd op gelijke hoogte. City bleek totaal van slag en kon zich niet meer oprichten. Tot overmaat van ramp zorgde Chris Smalling twintig minuten voor tijd voor de 3-2. City liet hiermee de kans op een perfect kampioenschap liggen.
Blamage
Door de nederlaag tegen Manchester United had City nog twee overwinningen nodig om het kampioenschap dan toch over de streep te trekken. Op bezoek bij Tottenham Hotspur kende de ploeg in het lichtblauw niet al te veel problemen en won het overtuigend met 3-1. Volgende week zou Manchester City in eigen huis kampioen worden tegen Swansea City. Het liep echter iets anders.
Manchester United, de enige overgebleven ‘concurrent’ van City, nam het zondagmiddag op tegen hekkensluiter West Bromwich Albion. De drager van de rode lantaarn won dit seizoen pas drie duels en maakte absoluut geen kans tegen de gedreven formatie van Mourinho. Althans, zo werd gedacht. In een blamage van jewelste ging United met 1-0 onderuit tegen West Brom, waardoor Manchester City kampioen werd zonder die dag zelf in actie te komen. Of Mourinho het met opzet deed om het feestje in het Etihad van volgende week te verpesten, zal slechts een gerucht blijven.