Gegroeid sinds tweeluik met Ajax
Behalve Mehdi Carcela viel er eigenlijk geen enkele speler van Standard op in het tweeluik met Ajax in augustus. Een ploeg vol vechtlust, zoals we dat gewend zijn van een club die de Belgische pers met Feyenoord of Olympique Marseille pleegt te vergelijken. Onder Ricardo Sa Pinto was Standard als tweede én bekerwinnaar geëindigd, het tegenvallende veldspel kostte de Portugees evenwel zijn job in de Maasstad. Zijn vervanger werd de ook in Nederland bekende Michel Preud’homme, die aanvallend en verzorgd voetbal opteert.
Marin is daarin als een vis in het water, hij speelde in de eerste seizoenshelft zelfs zo sterk dat hij verkozen werd tot Roemeens Voetballer van het Jaar. Aan zijn meterstand ligt het niet, Marin loopt gemiddeld zo’n 11,5 kilometer per wedstrijd en zal in de Eredivisie in ieder geval fysiek geen moeite hebben zich aan te passen vanuit België, waarvan algemeen wordt aanvaard dat de competitie daar fysieker is. Onze collega’s van Sport/Voetbalmagazine omschrijven hem als de ideale Standard-speler: spelend vol inzet, loopvermogen en bovendien met voldoende technische bagage.
Geen dribbelaar
Wie Frenkie de Jong zegt, zal al snel uitkomen bij dribbelen. Als het publiek zijn adem soms al inhoudt, passeert de man uit Arkel soms doodleuk nog een mannetje op zijn eigen helft. Bijna altijd loopt het goed af, regelmatig levert het nog kansen ook. Supporters van Ajax moeten niet denken dat ze met Marin een soortgelijk type aan de haak slaan. Ruud Vormer van Club Brugge waarschuwde al dat Marin geen dribbelaar is, de statistieken geven hem gelijk: de Roemeense middenvelder waagde zich gemiddeld 0,8 keer per wedstrijd aan een rush met de bal aan de voet. Frenkie de Jong doet dat in de Eredivisie gemiddeld 2,1 keer per 90 minuten voetbal, dat verschil is dus aanzienlijk.
Op het gebied van passes komt De Jong ook voordeliger uit de bus dan Marin: de Ajacied scoort een succespercentage van rond de negentig, zo’n tien procent hoger dan zijn beoogde opvolger. Daar kan je deels al aan zien dat het hier om een ander type speler gaat, bovendien in een wat directere speelstijl dan Ajax hanteert. Verder staat Marin gewoon dichterbij het doel van de tegenstander, hetgeen ook duidelijk wordt uit het rendement: de Roemeen heeft veel meer doelpunten en assists achter zijn naam dan De Jong.
Conclusie
“Ik ben gewend aan spelen op balbezit, het is het voetbal waar ik van houd.” Was gesproken: Razvan Marin, februari 2019. “Het enige wat telt, is kampioen worden”, zelfde spreker, zelfde datum. Razvan Marin praat als een Ajacied, getuigenissen en cijfers lijken te tonen dat hij ook het niveau heeft om er tot eentje uit te groeien. Desondanks: Standard geldt niet als armlastige club en ook in Luik weten ze hoe rijk Ajax is. Als ze hun groeibriljant op deze manier, haast geruisloos, van de hand doen, vinden ze het dan wel een echt verlies?