Enkel wat geflitst
Het is de dag van de bekerfinale. Ongeveer anderhalf uur voor aanvang rijdt de bus van Ajax het parkeerdek op. Doodse stilte, enkel het flitsen van fotografen. Geen ongezonde animositeit, geen kinderen die een glimp willen opvangen van hun helden. Ook Vitesse kan zonder rumoer naar binnen. Wij ook. Niemand heeft in de file gestaan. De Kuip is mooi versierd, en op de perstribune zit je tot zeker half acht ’s avonds in de volle lentezon. Advies vanuit het hart: knap het stadion mooi op en blijf er alsjeblieft voetballen. Dit krijg je nooit meer terug.
De wedstrijd heeft u gezien. Een meeslepende bekerfinale. Tot het moment van de aftrap heb je door dat er op deze prachtige zondag toch zo’n 50.000 elementen ontbreken voor een perfecte voetbalmiddag, maar zodra Björn Kuipers de zaak op gang blaast, let je op het voetbal. Ook omdat het een echt goede finale is. Als Ryan Gravenberch halverwege de eerste helft de score opent, lijkt het geen spannende ontmoeting te worden. Maar verdomd, de Arnhemmers van Thomas Letsch vechten terug en maken al snel 1-1.
Meeslepend
Ajax voetbalt makkelijker dan Vitesse, maar die ploeg weert zich kranig. In de tweede helft moeten ze eerst een tijdlang voortdurend tegenhouden. Beter nog: op een bepaald moment hebben ze de Amsterdammers helemaal uit hun ritme. Niet goed voor de kwaliteit van het voetbal, wél voor de spanning. Je ziet dat Ajax het zwaar krijgt, na die intensieve en teleurstellende donderdagavond in Rome. Ze krijgen vlak voor tijd hulp van een tegenstander. Onbedoeld, welteverstaan.
Jacob Rasmussen gaat er onbesuisd in tegen Antony. Kuipers schommelt letterlijk tussen geel en rood, maar kiest uiteindelijk voor die laatste kleur. Met beide beslissingen was te leven, maar met elf tegen tien is het eigenlijk fijn als Ajax het beslist. De zon is weg achter het dak van De Kuip, waardoor het ineens lelijk koud is geworden. Een halfuur verlenging tegen tien toch ook moegestreden Vitessenaren, dat lijkt zinloos. En koud, bovendien.
Er mist iets
In blessuretijd kopt Neres de winnende binnen. Het blijft een fractie van een seconde stil, zoals na alle belangrijke doelpunten. Alleen dan blijft het langer stil. Ineens is het weer duidelijk: we zitten hier alleen, we zitten te kijken naar een finale die toch wat mist. Natuurlijk betekent de beker voor Ajax niet hetzelfde als voor Vitesse, dat zag je al aan de houding van de medewerkers rondom de wedstrijd. Het is ze niet eens kwalijk te nemen, nu hun landstitel al 99,9% zeker is. De meegereisde aanhang was evengoed vol uit hun stekker gegaan, omdat het toch een spannende finale was.
En zo komen we aan het eind van het programma. In een schemerende Kuip houdt Dusan Tadic de beker in de hemel. Confetti, rookmachines, het kan de trieste aanblik niet verhullen. Feestvieren met twintigduizend stukjes plastic die samen een mooi rood-wit plaatje maakten, het is niet hetzelfde. Een persconferentie met slechts één speler per team ook niet. Nee, de bekerfinale van 2021 was dubbel. Sportief gezien mag het ieder jaar zo zijn. Het weer: ook niets meer aan doen. Maar al de rest zouden we in 2022 graag helemaal anders zien.