De supportersschare van NAC en De Graafschap
“Ik heb het hier in Japan geweldig naar mijn zin, maar als er iets is wat ik mis aan Nederland, is het die twaalfde man, vooral bij De Graafschap en NAC. Mijn eerste club was De Graafschap. De club en de supporters hebben een speciaal plekje in mijn hart. Ik heb daar drieënhalf jaar rondgelopen en die club is voor mij voor altijd. We werden kampioen van de Eerste Divisie onder Darije Kalezíc, een geweldige trainer voor mij. Met een geweldige eindsprint flikten we het. We werden kampioen en het feest naderhand was geweldig. Dat zal ik nooit vergeten en was wel echt een hoogtepunt in mijn carrière. Toch maakte ik er ook mindere tijden mee, zoals de degradatie in het jaar daarvoor, maar voor mij was dat juist goed om mee te maken. Ik ben heel blij dat ik dat bij deze club heb meegemaakt. De club en met name de supporters mis ik wel, omdat De Graafschap voor mij de club is waar het allemaal begon. Ik koos er uiteindelijk toch voor om een stap te maken. Het was best pittig om Doetinchem te verlaten, maar toch ben ik blij dat ik ervoor heb gekozen om die stap naar NAC te maken. Ook hier ben ik door de supporters in de armen gesloten. De sfeer op de B-Side, vakkie G, het avondje NAC. Wauw.. Net als De Graafschap echt een volksclub waar de supporters echt iets in je los kunnen maken. Ze schreeuwden ons daardoor regelmatig letterlijk naar de overwinning.”
De overstap naar NAC
“Ja, die overstap. Ik was natuurlijk blij dat ik een stap kon maken, maar het was wel een pittige periode voor mij. Natuurlijk omdat ik De Graafschap, wat echt mijn club was geworden, moest verlaten, maar ook omdat het begin bij NAC niet goed verliep. In mijn eerste twee wedstrijden veroorzaakte ik gelijk twee penalty’s. Ik was gretig, hongerig om te laten zien dat ik het bij een andere club ook waar kon maken. Trainer John Karelse verwees mij toen naar de bank. Voor mij was dat een flinke knauw, omdat ik een echte winnaar ben en bovendien kende ik het gevoel niet van op de bank zitten. Bij De Graafschap speelde ik altijd en nu kwam ik ineens op een tweede plan terecht. Toch werd ik hier ook sterker van. Ik klom uit het dal en ik ging vechten voor mijn plek, die ik uiteindelijk terugwon. Dat was een waardevolle les.”
Kyoto Sanga
“Via omwegen bij Pandurii Târgu in Roemenië, Sydney FC en twee Japanse clubs: Varen Nagasaki en Tokushima Vortis, kwam ik terecht bij Kyoto Sanga. Nagasaki en Tokushima waren echte plattelandsclubs. Ik wou na die jaren wel weer eens naar een echte stadsclub. Toen kwam ik vanzelf uit bij Kyoto Sanga, het Rotterdam van Japan. In Nederland is het normaal dat het individu bovenaan staat, hier in Japan staat juist het teambelang bovenaan en is voetbal ook niet het belangrijkste. Mijn ervaring is dat er In Nederland ook meer winnaars rondlopen, spelers die werkelijk alles op alles zetten. Dit komt waarschijnlijk ook omdat spelers zich willen laten zien om een buitenlandse transfer af te dwingen. Bij al de buitenlandse clubs waar ik heb gespeeld heb ik gemerkt dat er meestal maar drie, vier echte winnaars in het team zitten. Dat is iets wat ik af en toe wel eens mis. Daarnaast is er nog een ander verschil, namelijk het fanatisme van de fans in de stadions. Ik word hier zeker gewaardeerd en mijn naam is hier door de jaren heen wel gevestigd, omdat ik veel speel en goed presteer. Maar toch zijn de supporters hier heel anders. Hier zijn ze meer ingetogen, gedisciplineerd en vriendelijk. Geweldige supporters hoor, maar het is heel anders dan de fans van clubs als NAC en De Graafschap. Als je er daar tijdens een wedstrijd even niet lekker in zit, schreeuwen ze je gewoon naar voren. Daar kreeg ik echt energie van en dat haalde het beste in mij naar boven. Hier komt het voor dat we bij een uitwedstrijd bij het betreden van het veld applaus kregen van het thuispubliek. Toen ik dat voor de eerste keer zag, dacht ik: wat is dit? Dit zul je in Nederland toch nooit zien?”
Gezin
“Als je in een land als Japan speelt, is de gezinssituatie natuurlijk wel een dingetje. Ik heb kinderen die op dit moment in Nederland zijn. De oudste is vijf en gaat nu naar school daar. Wij willen ze ook niet wegrukken uit hun vertrouwde omgeving. Dat spreekt voor zich. Het is lastig dat we niet bij elkaar kunnen zijn, natuurlijk. Maar het is sowieso een feit in het leven dat je wel eens dingen moet opofferen zodat je daar later profijt van hebt. Ondanks dat we aan de andere kant van de wereld zitten, is dat wat we op dit moment aan het doen zijn. De scholen moeten namelijk doorbetaald worden en die prijzen zijn tegenwoordig ook niet misselijk. Papa en mama cijferen zich even weg, maar dat doen we echt voor die kids en dat doen wij met alle liefde. Zij staan absoluut op nummer 1.”
Eventuele terugkeer in Nederland
“De komende twee jaar zit ik hier nog goed op mijn plek. Dit jaar willen we met Kyoto Sanga promoveren naar de J1 League, de hoogste divisie daar. We staan tweede met acht punten los en daarmee promoveren we. Dus daar ligt voorlopig de focus. En voor daarna? Ik zou graag terugkomen in Nederland, bij voorkeur natuurlijk bij De Graafschap of NAC. Ik wil weer spelen voor die geweldige supporters. Welke club ik kies, hangt er een beetje van af welke club wat nodig heeft. Ik weet in ieder geval dat ik wel een toegevoegde waarde kan zijn voor die clubs. Het liefst speel ik dan wel in de Eredivisie, eerlijk gezegd. Ik heb daar een jaar gespeeld met De Graafschap en dat was voor mij niet echt een uitdaging. Ik ben wel een speler die geprikkeld moet worden en tegen de grote ploegen in de Eredivisie word je natuurlijk meer geprikkeld als in de Eerste Divisie. Maar dat is voor de toekomst. We gaan het zien.”