Sinds de historische EK-winst in 2017 heeft het Nederlandse vrouwenvoetbal een grote sprong gemaakt. De kwaliteit in de nationale competitie is gegroeid en steeds meer internationals maken de overstap naar buitenlandse topclubs. Engeland is daarbij een geliefde bestemming, mede doordat de competitie qua niveau en faciliteiten tot de Europese top behoort.
In totaal spelen er dit seizoen achttien Nederlandse speelsters in de Barclays WSL. Daarmee is Nederland het tweede best vertegenwoordigde land in de competitie, net achter Japan, dat twintig speelsters heeft geleverd. Nederland laat landen als Spanje, Verenigde Staten, Zweden, Duitsland en Frankrijk achter zich. Deze toplanden beschikken zelf wel over sterke nationale competities. De Franse competitie staat momenteel bovenaan de UEFA-coëfficiëntenranglijst, gevolgd door Spanje. Kort daarachter komt Engeland, terwijl de Eredivisie Vrouwen de zevende plek inneemt.

Twee clubs springen eruit als hofleverancier van Nederlandse speelsters. Aston Villa heeft Lynn Wilms, Chasity Grant en Jill Baijings onder contract. Baijings zal voorlopig niet spelen door een gescheurde kruisband. Bij Brighton & Hove Albion staan Marit Auée, Marisa Olislagers en Nadine Noordam op het veld.
Ook bij de topclubs zijn Nederlanders ruim vertegenwoordigd. Chelsea heeft Wieke Kaptein en Veerle Buurman, terwijl Arsenal beschikt over Daphne van Domselaar en Victoria Pelova. Vivianne Miedema en Kerstin Casparij dragen het shirt van Manchester City en Katja Snoeijs en Rosa van Gool dat van Everton.

Daarnaast staan Isa Kardinaal en Daniëlle van de Donk onder contract bij London City Lionesses en verdedigt Lize Kop het doel van Tottenham Hotspur. De achttiende Nederlandse speelster is Dominique Janssen, die na haar eerdere periode bij Arsenal nu speelt voor Manchester United.

