Ronald Koeman begon in het voorjaar van 2018 als bondscoach van het Nederlands elftal. Het Nederlands voetbal zat toen in een behoorlijke dip, precies tussen twee gemiste eindtoernooien in: het EK 2016 en het WK 2018. Op zich dus begrijpelijk dat er onder de nieuwe bondscoach een verjonging van de selectie nodig was. Zo liet de Groninger in zijn eerste jaar maar liefst elf spelers debuteren. Hans Hateboer was de eerste, daarna volgden Wout Weghorst, Guus Til, Justin Kluivert, Frenkie de Jong, Denzel Dumfries, Steven Bergwijn, Arnaut Danjuma, Pablo Rosario en Javairô Dilrosun.
De meest opvallende naam die Koeman zijn debuut gunde in 2018 was Ruud Vormer. De toen 30-jarige middenvelder van Club Brugge kende een goed seizoen en mocht spelen in de vriendschappelijke wedstrijden tegen Slowakije en Italië eind mei en begin juni 2018. In september 2018 werd hij opnieuw opgeroepen voor een vriendschappelijke wedstrijd tegen Peru en een Nations League-wedstrijd tegen Frankrijk. Dit waren dan ook gelijk de laatste vier interlands van Ruud Vormer.
In het jaar erop volgden nog eens drie debutanten. Richting het einde van 2019 mochten naast Donyell Malen de twee aanjagers van het in vorm zijnde AZ, Calvin Stengs en Myron Boadu, zich opmaken voor hun eerste minuten in het Nederlands elftal. Zij waren de laatste debutanten voordat Ronald Koeman in augustus 2020 vertrok om trainer te worden van FC Barcelona.
Terugkeer als bondscoach
Na een niet al te succesvolle periode in Spanje keerde Koeman in januari 2023 terug bij de KNVB. In de eerste interlandperiode sinds zijn terugkeer, in maart 2023, deed hij direct een beroep op twee nieuwe namen: Lutsharel Geertruida en Mats Wieffer. Er zouden dat jaar nog negen volgen: Joey Veerman, Tijjani Reijnders, Brian Brobbey, Jorrel Hato en Thijs Dallinga. Op 13 oktober 2023 kwamen er zelfs vier debutanten tegelijk in actie. In de met 1-2 verloren EK-kwalificatiewedstrijd tegen Frankrijk werden Bart Verbruggen, Quilindschy Hartman, Micky van de Ven en Jeremie Frimpong voor de leeuwen gegooid.
Vanaf 2024 volgden er nog zes debutanten: Quinten Timber, Jan Paul van Hecke en Joshua Zirkzee. Dit jaar beleefden Sem Steijn en Ian Maatsen hun debuut, waarbij Maatsen veel indruk maakte in de Nations League wedstrijden tegen Spanje. Afgelopen vrijdag in Polen werd de naam van Emanuel Emegha toegevoegd aan de lijst met debutanten, waardoor het totaal aantal debutanten onder Koeman nu staat op 31, verdeeld over twee periodes.
Nummer 32?
Met Luciano Valente voor het eerst bij de selectie kan het totaal deze interlandperiode nog verder oplopen, mocht de Italiaans-Nederlandse middenvelder minuten maken in het beslissende WK-kwalificatieduel tegen Litouwen.

