Na de smadelijke 0-2 thuisnederlaag afgelopen zondag tegen ADO Den Haag, verwachtte het Utrechtse publiek eerherstel. Maar de ploeg leek daar zelf niet echt van doordrongen. Groningen ging feller van start, overigens zonder echt gevaarlijk te worden. Maar dat is niet helemaal vreemd. FC Utrecht gaf dit seizoen in de eerste vijftien thuiswedstrijden immers niet voor niets slechts negen tegengoals weg. Het kunstje van verdedigen beheerst de ploeg wel.
Na een klein half uur begon de Utrechtse diesel eindelijk op toeren te komen. Uitblinker Jacob Lensky zette aan op het middenveld, vond Jacob Mulenga en zag de Zambiaan doeltreffend uithalen na een één-twee met Dries Mertens. In de minuten die volgden drukte Utrecht door, maar tot grote kansen leidde dit niet. Sterker, Groningen kwam op slag van rust vanuit het niets op gelijke hoogte. Nicklas Pedersen volleerde vakkundig binnen vanaf zo'n elf meter.
In de tweede helft gooide FC Utrecht er nog een tandje bij. Gesteund door het fanatieke thuispubliek zetten de roodwitten aan, op zoek naar de bevrijdende 2-1. Mertens was er dicht bij, maar alleen voor Brian van Loo vergat hij te scoren. Richting het eindsignaal werden de manschappen van Ton du Chatinier almaar besluitelozer en kwam de zwakte maar weer eens pijnlijk aan het licht: zelf het spel maken is niet voor ze weggelegd. Utrechts speelt liever vanuit de reactie. Groningen vond het echter wel best en nam genoegen met een puntje.