"Dat ik werd weggestuurd, deed me pijn", zo laat de voorhoedespeler in de Telegraaf weten. "Ik was te speels, gaf op de trainingen niet honderd procent en had te weinig werklust. Dat klopte ook. Maar ik vind wel dat Feyenoord meer had kunnen doen om me te motiveren."
"Ik zei tegen mijn ouders dat ik wilde stoppen met voetballen en er nooit meer op zou gaan. Gelukkig hebben mijn vader en moeder me gestimuleerd bij een amateurvereniging weer het plezier terug te vinden. Tony Pengel belde me dat hij heel veel vertrouwen in me had en me als trainer bij Spartaan'20 wilde helpen stappen omhoog te zetten. Twee seizoenen later speelde ik bij Sparta."