De voorbije jaren stalde Manchester City diverse jong aangekochte talenten in de Eredivisie. Terwijl zij bij de steenrijke club geen kans krijgen om zich te profileren, gooien ze op een lager podium wel hoge ogen. Althans, de meerderheid.
John Guidetti
In het seizoen 2011/12 had NEC weinig plezier aan City-huurling Abdisalam Ibrahim. Dan kwam Feyenoord er beter van af. Kort voor deadline-day verzekerde de Stadionclub zich van ene John Guidetti, een negentienjarige jeugdinternational van Zweden. Met twintig doelpunten in 23 competitiewedstrijden ontpopte Guidetti zich tot een echte publieklieveling in De Kuip. Zijn hattrick tegen Ajax is nog altijd niet vergeten. Dit seizoen speelt de Zweed bij Celtic. Na een knappe start staat hij alweer twee maanden droog.
Omar Elabdellaoui
Met het gigantische succes van Guidetti in het achterhoofd wendde Feyenoord zich een seizoen later opnieuw tot de Citizens. De Noors international kwam in Rotterdam totaal niet uit de verf. Elabdellaoui maakte het beoogde hele seizoen niet af. Half januari, met vijf competitieduels in de benen, keerde Elabdellaoui weer terug naar Manchester.
Karim Rekik
Karim Rekik keerde in de zomer van 2013 terug op de Nederlandse velden. Het product van Feyenoord had Nederland op jonge leeftijd verlaten. Doorbreken bij Manchester City deed hij niet. Na enkele huurperiodes bij Engelse clubs sloeg PSV toe. De verdedigingspartner van Jeffrey Bruma werkte zich in Eindhoven op tot een belangrijke basiskracht én international.
Albert Rusnak
De Slowaak Albert Rusnak kon op huurbasis bij Oldham City en Birmingham City weinig overtuigen. Begin dit seizoen streek de geboren Tsjech neer in Friesland. Bij SC Cambuur maakte hij een onuitwisbare indruk en verdiende hij een transfer naar FC Groningen. Ook daar staat Rusnak gewoon weer in de basis.
Sinan Bytyqi (foto)
SC Cambuur raakte Rusnak in de winter kwijt en meldde zich direct weer in Manchester. Daar kwam het volgende talent uit de stal: Sinan Bytyqi. De Oostenrijker heeft nog geen hele wedstrijd in de benen, maar kon enkele stafleden al wel bekoren. Spitsentrainer Jan Bruin roemde zijn versnelling, diepgang, overzicht en handelingssnelheid.