Het was ergens in het voorjaar van 1993 dat Jacques Glassmann na zijn avondmaal roerloos aan de eettafel bleef zitten. In gedachten verzonken staarde hij naar de gordijnen die het straatlicht buiten hielden. De telefoon hield hij nog strak tussen zijn vingers geklemd, ook al was het bizarre gesprek dat hij zojuist voerde al een kwartier geleden afgelopen. Had hij dat nou echt gehoord? Vroeg de voorzitter van Olympique Marseille hem om moedwillig een zwakke prestatie in ruil voor geld?
Glassmann, niet de meest in het oog springende speler van het Franse Valenciennes, zou een paar dagen later aantreden tegen de beste club van Frankrijk: Marseille. L'OM bereidde zich voor op de Champions League-finale tegen AC Milan en kon een generale repetitie zonder veel inspanningen goed gebruiken.
En dus pakte voorzitter Bernard Tapie de telefoon en belde hij drie spelers van Valenciennes met een lucratief voorstel. Glassmann, Christophe Robert en de Argentijn Jorge Burruchaga mochten een beloning van ongeveer 100 duizend gulden verdelen als ze ervoor zouden zorgen dat Marseille zonder diep te hoeven gaan een overwinning zou boeken. Als zij hun tegenstanders voor één keer met fluwelen handschoenen zouden aanpakken zou daar een aardig zakcentje tegenover staan.
Biechtstoel
Toen de grootste verbazing eenmaal gezonken was vertelde Glassmann zijn vriendin over het dubieuze voorstel van Tapie. Ze waren het er al snel over eens. Dit moest bekend worden. Daags na de wedstrijd tegen Marseille biechtte Glassmann de omkoperij op bij de Franse justitie. Het grootste omkoopschandaal in de Franse voetballerij was geboren.
Hoe het afliep? Marseille won de Champions League en is tot op de dag van vandaag de enige Franse club die daarin slaagde. De club moest de landstitel inleveren en werd verbannen naar de tweede divisie. Voorzitter Tapie werd gearresteerd en gedwongen om af te treden. En Glassmann? In 1995 werd zijn eerlijkheid beloond met de FIFA Fair Play Award.