In die 24 wedstrijden in La Liga maakten zowel Suárez als Rodriguez elf doelpunten en stelden ze tien maal een medespeler in staat om een doelpunt te maken. Van een spits verwacht je beslissende acties, van een speler van de Koninklijke ook, maar dat de vijf jaar jongere Rodriguez, bovendien middenvelder, dezelfde cijfers kan overleggen in zijn debuutseizoen is knap.
Over alle competities gerekend presteert Suárez iets beter, met negentien om vijftien doelpunten (beiden elf assists). Tekenend voor de prestaties van Rodriguez was de wedstrijd begin april waarin hij terugkeerde na twee maanden blessureleed, Real Madrid - Granada (9-1), waarin de Colombiaan twee assists gaf en Real weer liet swingen. Het zorgde, opnieuw, voor veel discussie in Spanje.
Isco of Rodriguez?
In de Spaanse kranten is de discussie al enige tijd: Isco of Rodriguez? Isco, net als zijn teamgenoot 23 jaar, kwam twee zomers geleden over van Málaga CF voor dertig miljoen euro. Hij heeft één voordeel ten opzichte van zijn Colombiaanse collega, hij is Spanjaard. Als Rodriguez beschikte over de Spaanse nationaliteit, bestond de discussie er niet. Hij kan beter cijfers overleggen dan Isco. Hij scoort meer, geeft meer assists en heeft daar minder wedstrijden voor nodig.
Suárez en Rodriguez zijn met hun clubs nog verwikkeld in een nek-aan-nek-race om het kampioenschap en staan bovendien nog in de halve finale van de Champions League, waar ze elkaar kunnen treffen in de finale. Het zou het ultieme meetmoment zijn.