Op een dag waarop het nieuws werd bepaald door de arrestaties van FIFA-officials werd er ook nog gevoetbald. In Warschau stond de finale van de Europa League op het programma. Als titelhouder kon Sevilla de beker voor het tweede jaar op rij winnen. Zoals ze ook de UEFA Cup in 2006 en 2007 wonnen.
Open finale
De Andalusiërs waren negentig minuten lang de betere ploeg tegen Dnipro Dnipropetrovsk, dat op weg naar de finale nog afrekende met Ajax, maar kwam wel vroeg op achterstand. In de zevende minuut opende spits Ivan Kalinic de score in de Poolse hoofdstad. Sevilla drong Dnipro vervolgens terug en wist in een tijdbestek van drie minuten de stand om te buigen.
Grzegorz Krychowiak en Carlos Bacca brachten de formatie van trainer Unai Emery nog voor rust aan de leiding: 1-2. Sevilla leek daarna de touwtjes in handen te hebben, maar met een minuut op de klok in de eerste helft kwam Dnipro terug. Ruslan Rotan schoot een vrije trap bijzonder fraai langs doelman Sergio Rico.
Matchwinner
De aantrekkelijke finale kreeg een nog eenzijdiger beeld in de tweede helft. Dnipro zakte ver terug en hoopte op een nieuwe uitval. Die kwamen er wel, maar waren minder dreigend dan in de eerste helft. Sevilla drong ondertussen aan en wist een kwartier voor tijd het gat te vinden in de defensie van Dnipro. Bacca schoot zijn tweede van de avond binnen en bezorgde Sevilla de Europa League én een ticket naar de Champions League.
Vlak voor tijd was er nog een opmerkelijk voorval. De 32-jarige Braziliaan Matheus stortte ter aarde zonder iemand in de buurt. Daarop ontstond even paniek bij de spelers van Dnipro en Sevilla, maar Matheus leek buiten levensgevaar op het moment dat hij per brancard van het veld werd gedragen.