De voormalig speler van onder meer Glasgow Rangers kreeg twee jaar geleden te horen dat hij aan de progressiefste vorm van ALS lijdt. De artsen gaven hem hooguit vier tot vijf maanden. "Maar zie: ik ben er nog steeds én ik loop nog steeds", zegt Ricksen. "Al gaat dat wel steeds moeizamer. Maar ik probeer het gewoon zo lang mogelijk vol te houden, tot het echt niet meer kan."
Rolstoel
"Sommigen zeggen weleens: is het niet tijd voor een rolstoel?", vervolgt hij. "Maar dat moment wil ik zo lang mogelijk uitstellen. Want als ik daar eenmaal inzit, kom ik er natuurlijk nooit meer uit. Bovendien word je in een rolstoel lui. En dat wil ik niet. Vandaar dat ik nog altijd zelf de trap op ga, ook al doe ik daar minuten over. Op die manier voorkom ik dat mijn spieren stijf worden."
Vechtlust
De vechtlust is Ricksen ten voeten uit. Vlak na zijn diagnose liet hij weten de eerste te zijn die ALS de baas is. Of dat nog altijd mogelijk is, twee jaar later? "Beter ga ik nooit meer worden, zo reëel ben ik inmiddels wel. De oude Fernando Ricksen komt nooit meer terug. Ik heb nog altijd wel de hoop dat ik heel oud kan worden, minimaal 50 jaar. De vader van scheidsrechter Reinold Wiedemeijer had ook ALS. Hij hield het meer dan 25 jaar vol. Dus het kan wel. En natuurlijk, het is vaak behelpen, maar als ik niet verder achteruit ga, dan kan ik daar prima mee leven. Het is alleen zo frustrerend dat mijn lijf niet meer wil doen wat ik wil."