Arjen Robben en Douglas Costa waren de laatste twee aanvallers die zich bij Pep Guardiola afmeldden. Het ontbrak Bayern München vanmiddag echter niet aan creativiteit. Er waren kansen genoeg om Hertha BSC nog voor rust compleet kansloos te laten, maar vooral topschutter Robert Lewandowski had zijn vizier niet op scherp staan.
De Poolse spits was na tien minuten wel akelig dichtbij. Philipp Lahm vond een gaatje in de muur en legde de bal voor de voeten van Lewandowski. Hij verschalkte keeper Rune Jarstein, maar zag zijn inzet via de binnenkant van de paal voorlangs rollen. Even later had hij met zijn hoofd ook weinig geluk. Hij kon een voorzet van gelegenheidsmiddenvelder Boateng niet tot goal promoveren.
Thomas Müller had in de eerste helft meer geluk. Hij verlengde een kopbal van Mehdi Benatia en klopte de Noorse sluitpost. De keeper stond aardig zijn mannetje en voorkwam onder meer dat Arturo Vidal voor rust de voorsprong uitbouwde. Toch was het voor rust nog raak. Na een heerlijke, pijlsnelle aanval zette Javi Martinez zijn collega Kingsley Coman voor de goal, die net zo knap raak schoot. Na rust bleef het spelbeeld onveranderd, maar bleef de score steken op 2-0.
Zege ontglipt Stevens
Crisismanager Huub Stevens had met Hoffenheim een zege binnen handbereik, maar een grote stunt tegen Borussia Mönchengladbach zat er uiteindelijk niet in. Fabian Johnson zette de uitploeg in de slotfase op 3-3 en voorkwam daarmee de eerste overwinning van Stevens bij Hoffenheim.