De 2-2 remise bij Valencia kort na de jaarwisseling kostte Rafael Benítez de kop. Maar onder zijn opvolger Zinedine Zidane gaat het buiten het eigen Santiago Bernabeu vooralsnog nauwelijks beter. In eigen huis won Real onder leiding van Zizou overtuigend van achtereenvolgens Deportival La Coruna (5-0), Sporting Gijon (5-1) en Espanyol (6-0), maar tegen Real Betis (1-1) bleef een zege achterwege. Tegen Granada kostte het Real de grootst mogelijke moeite om als winnaar van het veld te stappen.
De scheidsrechter van dienst speelde een ongewilde hoofdrol. Modric verspeelde de bal op het middenveld na een onfortuinlijke botsing met de arbiter, die lijdzaam toezag hoe Youssef El-Arabi optimaal profiteerde met een doelpunt.
Hij trok daarmee de stand gelijk en leek daarmee een punt uit het vuur te slepen, ware het niet dat Modric in de slotfase alsnog de winnende treffer maakte. Maar overtuigend was het allerminst, wat Real liet zien. Behoudens de openingstreffer van Karim Benzema na een half uur was spel van de bezoekers buitengewoon pover. De schade bleef uiteindelijk dus beperkt. Dankzij de krappe zege nadert Real stadsgenoot Atlético Madrid tot op één punt. Koploper FC Barcelona verdedigt een voorsprong van vier punten op de eeuwige aartsrivaal en heeft bovendien nog een wedstrijd tegoed.