Natuurlijk is Dost niet meteen de meest flegmatieke spits die het Nederlands elftal de laatste jaren heeft gehad. De technisch geniale Dennis Bergkamp, de goedlachse Ruud van Nistelrooy, de immer scorende Klaas-Jan Huntelaar. Allemaal hadden ze toch nét iets meer dan de slungelige Bas Dost. Meer charisma. Meer kwaliteit. Meer voetbalgogme. Tegelijkertijd heeft Dost nóóit echt een kans gekregen in het shirt van het Nederlands elftal. Van de twaalf interlands achter zijn naam, waren er liefst tien invalbeurten.
Janssen
Dat is best gek te noemen. Vincent Janssen, die al meer minuten maakte in Oranje dan Dost (688 om 417) kreeg vorig jaar na zijn 27 goals bij AZ een kans van Danny Blind. Dost, die in Heerenveen 32 treffers maakte in 34 duels, én ook de jaren daarna bleef scoren, kwam amper aan de bak. Natuurlijk; met onder anderen Klaas Jan Huntelaar en Robin van Persie voorin was de concurrentie een stuk hoger dan nu. Maar met het uit beeld raken van RvP en The Hunter zou het doorschuiven van Dost naar onbetwiste nummer één ergens ook best logisch zijn.
Dat is echter voorlopig niet het geval. Sterker nog: de paniek was zelfs groot toen Vincent Janssen geblesseerd uitviel in de oefeninterland tegen België. In de interviews na dat duel werd Dost bejegend als een zestienjarig jochie dat zijn debuut in SV Dalfsen 1 gaat maken. Of hij wel kon omgaan met een andere rol dan die van pinch-hitter. En of de bondscoach wel vertrouwen in Dost had. In plaats van de journalisten zelfverzekerd weg te honen en te lachen om de verdedigers van Luxemburg, bleef hij enorm op de vlakte. "Ik zit niet meer bij Heracles Almelo of sc Heerenveen, maar bij het Nederlands elftal. Als je daarin een kans krijgt, moet je die pakken. Ik ga er alles aan doen om tegen Luxemburg lekker te spelen en doelpunten te maken."
Ontwikkeling
Dat hij uitgerekend terugkijkt naar zijn periode in Almelo en Friesland is even onhandig als opvallend. Dost heeft namelijk een enorme ontwikkeling ondergaan sinds die periode. Toen hij in 2010 bij Heerenveen binnenkwam, was hij namelijk nog allerminst een echte topsporter. Soms schoof hij om twaalf uur 's nachts een pizza naar binnen om vervolgens het ontbijt over te slaan en pas in de middag weer wat te eten. Het bij iedereen welbekende verhaal dat hij bij Heerenveen nog in 'zijn Ajax-pyjama sliep', is nog zo'n typerend voorbeeld.
Toch is hij in het Abe Lenstra Stadion een kerel geworden. Een man. Iemand die bovendien altijd en overal scoort. Almelo. Heerenveen. Wolfsburg. Lissabon. Als je het afzet tegen zijn (oude) concurrenten in Oranje, dan valt Dost zeker niet uit de toon. Natuurlijk zijn de cijfers lang niet helemaal te vergelijken - er zitten talloze elementen in die niet te wegen zijn. Het is daarom ook slechts een indicatie.
@NathanSprey pic.twitter.com/yoBTLwGLE7
— Nathan (@NathanSprey) 10 januari 2017
Qua doelpuntenproductie valt Dost dus niet uit de toon. Hij heeft bovendien nog een aantal andere voordelen, bijvoorbeeld ten opzichte van concurrent Janssen. Meer dan de Tottenham-spits houdt Dost altijd twee verdedigers bezig. Eén is zijn directe opponent, de andere moet rugdekking geven. Let maar eens op zijn bewegingspatronen. Bij iedere bal vanaf de vleugel doet hij ongeveer hetzelfde. Dost staat altijd tussen zijn verdedigers in. Zodra er een voorzet dreigt vanaf de flanken, slaat hij toe als een tijdger. Hij zet zijn vooractie in en vervolgens duikt in de rug van zijn directe verdediger; met een scherpe beweging en een korte sprint creëert hij vrijheid en beweegt hij naar waar hij de bal verwacht. Zijn directe opponent is hij kwijt door de vooractie, de man die rugdekking geeft is vaak nét te laat.
Een mooi voorbeeld hiervan is zijn geweldige wedstrijd tegen Bayern, waarin hij vier keer scoorde. Door zijn vooracties komt hij telkens vrij. Omdat hij zowel naar de eerste paal, twee paal als in het midden tussen de verdedigers in gevaarlijk kan worden, is hij heel gevaarlijk. Tegen Bayern scoort hij uit al die posities dan ook een keer.
Het voordeel van zijn loopacties is dat hij altijd twee centrumverdedigers bij zich houdt. Dat geeft de vleugelspelers van dienst meer ruimte om een actie naar binnen te maken. Quincy Promes en Arjen Robben zullen bijvoorbeeld veel meer ruimte krijgen. Niet voor niets rendeerden Luciano Narsingh en Oussama Assaidi geweldig naast hem bij sc Heerenveen. Ook geeft het inzetten van Dost Oranje de optie om wat eerder de lange bal te hanteren. Hoewel Dost zeker geen ideale targetman is - voor iemand met zijn postuur verliest hij relatief veel duels - kan hij wel degelijk een bal bij zich houden of een lange bal controleren. Zeker als het Oranje over de grond niet lukt, is dat een ideaal alternatief.
Nadeel
Toch heeft zijn manier van spelen ook een nadeel. Waar Janssen door keihard te werken nog weleens een eigen kans creëert, is de spits van Sporting bijna volledig afhankelijk van steekpasses en voorzetten. Vooral uit de laatste maakt Dost bijna al zijn doelpunten. Maar voorzetten komen er amper in Oranje, merkten ook Huntelaar en Van Persie destijds al op. Vleugelspelers gaan liever voor hun eigen kans. Aan Dost en Blind de taak om door een geschikte oplossing voor te vinden. Die ligt bijvoorbeeld bij de backs: Rick Karsdorp gaf vorig seizoen de meeste assists van iedereen in de Eredivisie: tien. Op links kunnen Daley Blind of Jetro Willems, in zijn oude vorm, de bal vanaf halverwege de vijandelijke helft voorgeven. Of wellicht Dosts teamgenoot Marvin Zeegelaar, als hij zich goed manifesteert.
Redenen genoeg om Dost een keer een échte kans in Oranje te geven. Niet als pinchitter of na een uur al wisselen. Nee. Een echte kans. Natuurlijk wordt hij geen absolute wereldtopper zoals Van Persie of Bergkamp was. Maar hij scoort. Hij is in vorm. Hij heeft zich door de jaren heen ontwikkeld. Hij is enorm effectief en creëert ruimte voor zijn medespelers. Bovendien zitten concurrenten Luuk de Jong en Janssen niet in een dip, maar in een enorm wak. 'Na-na-na-na-na-na-na-na - BAS DOST!' hoort op dit moment in de Oranje-basis.
@NathanSprey pic.twitter.com/qnBuC17LZw
— Nathan (@NathanSprey) 10 januari 2017