Sean Klaiber bakt een eitje op een tweepits elektrische kookplaat. Zakaria Labyad schenkt een plastic Amstelbekertje vol appelsap en schuift aan tafel bij Richairo Zivkovic. Twee bruine broodjes liggen voor diens neus.
Geen broodjes en appelsap voor Edson Braafheid. Hij moet het doen met een bord vol ijsbergsla met een paar dikke plakken tomaat. Om het konijnenvoer, zoals hij het noemt, weg te spoelen, staat een grote fles water op de tafel in de kantine van trainingscomplex Zoudenbalch. "Ik zit nog in mijn opbouwperiode. Voeding is belangrijk, zeker wanneer je herstellende bent van een blessure."
Braafheid hoeft zijn eitjes vandaag niet zelf te bakken. Als enige speler in de selectie van FC Utrecht wordt hij bediend. Ze zijn blij dat hij terug is. Terug in de spelersgroep, na bijna vijf loodzware maanden geïsoleerde revalidatie. Herhaaldelijk wordt ons interview onderbroken voor een liefdevolle begroeting met een teamgenoot of staflid.
In augustus ging het mis. Op bezoek bij Vitesse ging de 33-jarige verdediger tijdens het keren naar de grond. Diagnose: ingescheurde achillespees. Prognose: zes maanden revalideren.
Braafheid trekt zijn linkerschoen uit, rolt zijn sok over zijn hiel en wijst naar een litteken, een spoorlijn van elf centimeter lang. "Hier gaat het allemaal om. Een flinke jaap, hè?"
Soms heeft hij het zwaar. Zwaarder dan ooit tevoren in zijn carrière. De eenzame tripjes naar het krachthonk, het schier eindeloze ritme van de oefeningen, maar vooral zijn rol als toeschouwer tijdens wedstrijden. De machteloosheid. Een bijtgrage bulterriër in het asiel ervaart meer bewegingsvrijheid. "Gisteren nog. Die jongens hadden een oefenwedstrijd en ik mocht niet mee. Reality check. Dan kom je 's avonds thuis en krijg je hier en daar pijntjes, wat heel normaal is, maar voor mij is het allemaal nieuw. Ik had nog nooit een serieuze blessure gehad. Ook na bijna vijf maanden kan ik er niet aan wennen. De volgende dag word ik wakker en is die knop weer omgezet, maar het vervelende is dat je daar elke keer mentaal energie aan kwijtraakt. Dat hoeft niet. Ik zou het liever zonder doen."
WEERBAARHEID
Sla de energie die aan mentale tegenslagen verloren gaat op en je kunt er een middelgrote doorzonwoning een jaar mee verwarmen. Niet talent, noch fysieke eigenschappen, maar mentale weerbaarheid is de leidende factor in een voetbalcarrière, zo ontdekte Braafheid tijdens zijn tocht door Europa. Is zijn carrière een schip, dan staat mentale weerbaarheid aan het roer. En dat roer ging vaak om.
FC Utrecht, FC Twente, Bayern München, Celtic, TSG Hoffenheim, weer FC Twente, SS Lazio en weer FC Utrecht. Bij iedere club beleefde hij goede én mindere tijden. Toen hij na een sterke periode bij Lazio plotseling naar de reserves werd verbannen, zonder uitzicht op speeltijd, knakte er iets. Hij schakelde hulp in, van een mental coach.
"Toen zat ik echt in een situatie waarin het allemaal niet lekker liep. Ik zocht naar mogelijkheden die me konden helpen daarmee om te gaan. Ik verwacht veel van mezelf. Op het moment dat ik mijn verwachtingen niet kan waarmaken, dan vreet dat ontzettend aan me. Ik kan daar soms nog in doorslaan. Ik ben een binnenvetter, denk heel veel na. Op dat moment, bij Lazio, lukte me dat niet alleen."
"In mijn privéleven speelde ook heel veel. Dat kon ik niet zo goed een plekje geven. Ik ben door een scheiding gegaan. Drie kinderen. Nieuwe relatie. Mijn kinderen woonden toen in Duitsland, ik in Italië. Vanwege hun schoolprogramma kon ik ze alleen tijdens feestdagen en vakanties zien. Dat was een hele vervelende periode voor mij, waar alles bij elkaar kwam en ik door de bomen het bos niet meer zag." Inmiddels lacht het leven Braafheid weer toe, zijn blessure daargelaten. Hij trouwde een Amerikaanse, die in verwachting is van zijn vierde kind. "Mijn mental coach raadpleeg ik alleen nog wanneer het nodig is."
ETEN OF GEGETEN WORDEN
Had hij maar eerder hulp ingeschakeld, denkt Braafheid weleens. Dan had zijn carrière er heel anders uitgezien. "Ik denk dat ik dan langer bij Bayern en in Oranje had gespeeld ja. Als ik toen mentaal sterker was geweest, was ik anders omgegaan met mijn situatie in München. Als ik de rust in mijn hoofd had kunnen bewaren was het allemaal heel anders gelopen. Het mentale aspect is meestal de valkuil van de mens denk ik."
"Ik was jong toen ik in 2009 bij Bayern tekende, 26. Druistig, een verwende kwast eigenlijk. Ik had altijd en overal in de basis gespeeld. Dan kom je bij Bayern en wil je dat even doortrekken. Zo werkt het niet. In de absolute top gelden andere wetten. Daar ben je een van de velen." En in het geval van Bayern waren die 'velen' niet de minsten. In de kleedkamer zaten zoveel sterren dat het hemelgewelf jaloers omlaag keek. "Zat ik ineens naast Ribéry, een van de beste spelers ter wereld. Ik zag alles als een uitdaging. Het kon mij niet schelen wie mijn concurrentie was. Ik moest daar spelen. Dacht: ik ga ze wel even laten zien wie Edson Braafheid is. Mijn fout: te weinig geduld."
Op mentale begeleiding, een helpende hand die hem hielp de kloof tussen FC Twente en Bayern te overbruggen, hoefde Braafheid niet te rekenen. "De voetbalwereld is een egoïstische wereld. Het is eten of gegeten worden, zeker in de absolute top. Daar is het nog veel harder. Dat was moeilijk voor mij. Ik ben juist iemand die graag anderen helpt. Dat heeft altijd in me gezeten. Ik heb een hoog verantwoordelijkheidsgevoel. Altijd al gehad. Tegenover mijn broertje, mijn zusje, en mijn ouders, al op jonge leeftijd. Mijn ouders hadden twee banen, gingen 's ochtends om 7.30 uur de deur uit, om 's avonds pas thuis te komen. Wij moesten zelf zorgen dat we op school kwamen. Ik was de oudste thuis, dat heeft er ook mee te maken."
"Ik trek het me ook altijd aan als we verliezen, ook al heb ik niet gespeeld. Er zijn spelers die er makkelijk overheen stappen. Ik verwijt het mezelf altijd. Een team bestaat vaak uit eigen bv'tjes, vooral in de top. Ik trok het me persoonlijk aan. Op de bank zitten is gezichtsverlies voor mij. Daarin had ik misschien meer hulp kunnen gebruiken, hulp die ik zelf wel altijd heb gegeven bij clubs als Hoffenheim en Lazio. Jongens die hulp nodig hadden zijn altijd meer dan welkom geweest bij mij. Ik kreeg er minder voor terug dan ik gaf. Gelukkig was er wel iemand als Mark van Bommel, die weleens met me praatte. Ik kan me nog goed herinneren, bij Oranje. Hij zag mij trainen en opleven. 'Als je dit in München laat zien, gast, dan speel je elke wedstrijd', zei hij. Een uitzondering in de top. Hoe hoger je komt, hoe meer iedereen voor zichzelf knokt. Er gelden andere wetten. Dit er is een van."
22 MINUTEN
Betere herinneringen bewaart Braafheid aan de zomer van 2010. Zuid-Afrika. "Ik herinner het me als de dag van gisteren. Vanaf het moment dat Arjen Robben geblesseerd raakte. We vertrokken met een domper. Het begin was stroef, daarna kwam de opbouw. De grootste verrassing was dat we Brazilië uitschakelden. Ik weet nog dat we na de eerste helft in de kleedkamer zaten. 1-0 achter. Iemand zei: 'Nou, koffers al gepakt? We zijn binnen twaalf uur weer in Amsterdam.' Dat liep anders, haha. In de tweede helft viel mijn kin helemaal tot op de grond. Die goal van Wesley Sneijder: fantastisch. Daarna Uruguay, het afstandsschot van Gio... Die goal hoort nu nog in de top tien aller tijden, vind ik. Dan die finale, een echte battle. We hebben als team geknokt. Toen we terugkwamen in Amsterdam en al die mensen zagen; het leek wel alsof ze de teleurstelling van de verloren finale al vergeten waren. Kippenvel."
Kippenvel voelde hij ook al toen hij in de extra tijd aan de zijlijn stond in het Soccer City Stadium. 170 duizend ogen op hem gericht vanaf de tribune. Daarbuiten nog veel meer. "Ik weet nog precies wat ik toen voelde. Tachtig procent van de wereld kijkt naar je. Dat vóél je gewoon. Heel raar. Ik moet er nog vaak aan denken, meestal omdat mensen me eraan herinneren. Ik heb toch een WK-finale gespeeld, ook al was het maar 22 minuten. Dat is het podium waar iedereen van droomt."
ZELF MENTAL COACH
Braafheid neemt de tijd voor zijn antwoorden. Hij praat zachtjes, weldoordacht. Er gaat een bijna zalvende werking vanuit. Een goede luisteraar kan zich moeilijk aan de indruk onttrekken dat er een mental coach schuilt in de routinier. Als hij die constatering voorgelegd krijgt komt een onderzoekende, achterdochtige blik onze kant op.
"Heeft iemand jullie dit verteld? Nee? Oké, het is waar. Ik ben bezig om me er nog verder in te verdiepen. Ik heb zelf ervaren hoe belangrijk het mentale aspect is. Voetballen kunnen we allemaal. Maar waarom lukt het een Ronaldo, Messi of Ramos om zo constant te presteren? Daar probeer ik een antwoord op te vinden via een studie. Psychologie op hbo-niveau, specialisatie mental coaching."
Zo kan het gebeuren dat een achttienjarige aspirant-psycholoog op een doordeweekse avond in de collegebanken plaatsneemt naast een 33-jarige WK-finalist. "De eerste les ben ik heel rustig de klas ingegaan. Ik voelde wel wat blikken me volgen, maar het is niet zo dat ze meteen mijn handtekening kwamen vragen, haha. Nederlanders zijn wat dat betreft heel terughoudend. In Italië was dat heel anders gegaan, haha. Ik ben gewoon een van de leerlingen."
Het was Wesley Hoedt, voormalig teamgenoot bij Lazio, die de belangstelling aanwakkerde. "Hij vroeg een keer wat ik na mijn carrière wilde doen. 'Je wordt toch ouder', zei hij. Nou, toen moest ik de eerstvolgende training meteen laten zien dat ik niet ouder word, haha. Dat heeft Wesley wel gevoeld, haha."
"Maar die vraag heeft me wel aan het denken gezet. Ik vind het leuk om jonge voetballers als Wesley te helpen met alles wat ze meemaken op het moment dat ze vroeg naar het buitenland gaan. Ze helpen een weg te vinden in een nieuwe wereld. Als je dat een naam wil geven kom je uit bij mental coaching."
"Vervolgens heeft Wesley zijn mental coach, Joost Leenders, gezegd dat hij eens met mij moest praten. Dat ik er wel oog voor heb. Ik was op vakantie, in Florida, toen ik een sms'je kreeg van Wesley dat hij Joost benaderd had. Ik wist van niets. Joost bleek enthousiast over een samenwerking. We hebben afgesproken een keer om de tafel te gaan zodra ik een nieuwe club had en alles weer rustig was. Toen tekende ik bij FC Utrecht, liep het trainingscomplex binnen, en wie zie ik daar aan tafel zitten? Joost! Hij is hier de mental coach. Toen is het balletje gaan rollen. Inmiddels loop ik officieel stage bij hem. Samen met hem coach ik de jonge spelers. Hier en daar mag ik zelf de gesprekken voeren, onder begeleiding van Joost. Zo zie je maar... Ik ben weer stagiair man!"