Hij won de Europacup voor landskampioenen, de Europacup voor bekerwinnaars en de Europese Supercup. Ook was hij vier keer kampioen van Spanje en drie keer de beste van Bulgarije. Als die reeks titels ook nog eens wordt gecombineerd met een reeks van 83 interlands en een imponerend optreden op het WK van 1994, dan hebben we het over een hele bijzondere voetballer.
Levende legende
En dat is Hristo Stoichkov dan ook. Met zijn land bereikte hij in 1994 de halve finales van het WK en werd gedeeld topscorer met zes treffers. De vraag is dan ook duidelijk: waarom ligt niet iedere Bulgaar in katzwijm als hij Stoitsjkov's naam hoort? Het antwoord is even simpel als wreed: Hristo Stoichkov leeft nog steeds.
Je ziet het bij filmsterren als James Dean, Marilyn Monroe en bij zangers en zangeressen als Jim Morrison, Kurt Cobain, Jimi Hendrix en Janis Joplin. Allemaal stierven ze voordat ze in hun carrière te maken kregen met teleurstellingen, mislukte films en slechte albums. Voor voetballers geldt vaak hetzelfde.
Veel Britse experts zijn nog steeds van mening dat de bij de Münchense vliegramp van Manchester United om het leven gekomen Duncan Edwards de beste speler had kunnen worden, die Engeland ooit gekend heeft. En veel Bulgaarse fans denken nog steeds dat als Gundi Asparoukhov ouder zou zijn geworden dan 28 jaar, hij hun land beslist naar een Europese titel of wereldtitel zou hebben geleid. Dat idee, wellicht wel die droom, inspireerde hen om Asparoukhov eind 1999 uit te roepen tot Bulgaarse Voetballer van de Eeuw. De spits die 150 goals maakte in 246 wedstrijden eindigde daarbij ruim voor Stoichkov!
Grootste held
Met uitzondering van de twee jaar dat hij voor Botev Plovdiv voetbalde, bleef Asparoukhov zijn hele leven één club trouw, namelijk Levski Sofia. Voor die club speelde hij op 22 september 1960 zijn eerste wedstrijd. En twee dagen voor zijn dood, op 30 juni 1971, droeg hij Levski's shirt voor de laatste keer. Daartussen liggen drie nationale Bulgaarse titels met 246 wedstrijden en 150 goals. In het seizoen 1965/66 verloor Levski op het nippertje van het Benfica van Eusébio (2-2 en 3-2).
Asparoukhov maakte drie van de vier Bulgaarse treffers. Sterker nog, hij was de eerste speler óóit, die twee maal tegen Benfica scoorde in het Estadio da Luz. Geen wonder dus dat Benfica er na afloop alles aan deed om de Bulgaar in te lijven. Het was een kansloze onderneming, want zaken doen dat moest in die tijd met de Communistische partij. En spelers verkopen aan het buitenland, daar begonnen de communisten destijds niet aan. De eerlijkheid gebiedt overigens te zeggen dat ook Asparoukhov in zijn weinige interviews altijd liet weten dat hij er niet over piekerde om voor een buitenlandse club te gaan spelen.
Gundi Asparoukhov had al drie WK's achter de rug en was net op de toppen van zijn kunnen, toen hij in de zomer van 1971 verongelukte. Samen met zijn ploeggenoot Nikola Kotkov was hij met zijn sportwagen uit de bocht gevlogen. In de dagen na zijn dood was heel Bulgarije in shock. Meer dan een half miljoen mensen woonden zijn begrafenis bij en daarna werd Asparoukhov's graf een bedevaartsoord. Dat tot groot ongenoegen overigens van de Bulgaarse autoriteiten die vonden dat persoonsverheerlijking niet paste in een communistische heilstaat. Tegenwoordig wordt daar overigens heel anders over gedacht en dus noemde Levski Sofia haar nieuwe stadion 'keurig' naar haar grootste held.