De grootste dooddoeners zijn voor coaches de grootste waarheden. Wekenlang zal Mark van Bommel kopzorgen hebben over hoe hij zijn PSV-voorhoede laat vloeien als in het begin van vorig seizoen. Tegen ADO Den Haag en zelfs in het tweeluik met FK Haugesund was de progressie niet zo groot als hij zou wensen. Maar dat zijn ploeg meer kansen dan de tegenstander produceerde, kan geen statistiek ontkennen. Dan die dooddoener: de enige statistiek die telt, is het aantal doelpunten. Dat bleef zowel tegen ADO als Haugesund onder wat het aantal kansen voorschreef en dus moest Van Bommel na afloop moeilijke vragen beantwoorden en kritische geluiden van de fans opvangen. Leuk spelletje, dat voetbal. Altijd eerlijk is een ander verhaal.
PSV’s relatief nieuwbakken basisklant Donyell Malen profileert zich met Steven Bergwijn dit seizoen tot blikvangers van de Eindhovenaren, maar blinken nog niet uit in doelpunten. En dan staat rendementkoning Hirving Lozano (34 doelpunten in 60 wedstrijden) ook nog eens op punt van vertrekken. Rendementkoning, omdat de Mexicaan in drie seizoenen vaak genoeg als een krant speelde. Door zelfs in dat soort potten nog een goaltje te maken, bleef hij zelfs dan waarde houden. En een kwaliteit bezitten waarmee de andere aanvallers bij PSV op zijn tijd moeite ogen te hebben.
Scorend als aanvallende middenvelder
Een vervanger met scorend vermogen is dus geen overbodige luxe. Op het eerste oog lijkt Doan daarop geen logisch antwoord. In 66 wedstrijden voor FC Groningen maakte de Japanner zestien doelpunten. Tien daarvan werden in zijn eerste seizoen gemaakt. Afgelopen seizoen bleef zijn rendement steken op zes doelpunten, waarvan vijf in de Eredivisie. Over het algemeen zijn dat geen cijfers die PSV moet zoeken. Ook het aantal assists viel tegen: drie vorig seizoen, vier het jaar daarvoor.
Toch verdienen die cijfers een nuance. Een opvallend onderscheid valt te maken bij het vergelijken tussen Doans cijfers als aanvallende middenvelder en als rechtsbuiten. Vorig jaar maakte hij voornamelijk zijn minuten aan de rechterkant en op die positie is de Japanner simpelweg minder beslissend. In twee jaar speelde Doan 34 wedstrijden op rechtsbuiten: acht doelpunten. Afgerond op twee decimalen brengt dat een gemiddelde van 0,24 doelpunt per wedstrijd. Als aanvallende middenvelder ligt dat gemiddelde hoger: 0,29 doelpunt per wedstrijd. 17 potten waren goed voor 5 wedstrijden. Daar komt nog bij: vier keer zo veel assists (vier als aanvallende middenvelder, één als rechtsbuiten).
Die cijfers zijn vergelijkbaar met het rendement van de geblesseerde Gáston Pereiro (0,3 doelpunt per wedstrijd) en beter dan elke andere speler binnen PSV op die positie. Een garantie op doelpunten maakt Doan dat nog niet. Wel maakt het een scenario niet ondenkbaar dat de Japanner als aanvallende middenvelder de doelpuntenleegte in Eindhoven relatief kan opvullen.