Om de beweringen van Kenneth Perez goed te kunnen staven, kijken we niet alleen naar de laatste wedstrijden, maar de meest gebruikte basisopstellingen dit seizoen. Daarnaast checken we hoeveel eigen jeugd beide ploegen op de bank hebben zitten, of de jeugdspelers op latere leeftijd werden teruggekocht en of we spelers die eerder bij een andere BVO speelden nog eigen jeugd kunnen noemen. Om de opmerkingen van Perez te kunnen factchecken gaan we niet over één nacht ijs (lees: één seizoen), maar pakken we het gebruik van eigen jeugdspelers van de laatste drie seizoenen erbij. Dit doen we om de volgende vraag te kunnen beantwoorden: heeft Perez gelijk en is AZ inderdaad meer een opleidingsclub dan Ajax?
De selecties van beide ploegen
We beginnen met het huidig seizoen. Daar valt bij Ajax meteen op dat er met Matthijs de Ligt een groot talent uit de eigen opleiding vertrokken is. Op zijn plek speelt met Joel Veltman echter opnieuw een jeugdproduct. Op rechtsback vechten de eigen talenten Noussair Mazraoui en Sergino Dest om een plek. De linkercentrale verdediger is met Daley Blind eveneens een speler uit de eigen opleiding, maar ook een speler die op latere leeftijd werd teruggekocht. Dan heeft Ajax op het middenveld nog publiekslieveling Donny van de Beek lopen. De Amsterdammers hebben dus vier volwaardige spelers uit de eigen opleiding in de basis rondlopen. Met Quincy Promes en André Onana heeft Ajax nog twee twijfelgevallen rondlopen. Promes speelde zeven jaar in de jeugd en vertrok in de A-junior. Onana kwam juist als A-junior naar Amsterdam. We reken ze daarom beide voor de helft mee en daarmee komt de club op 5 jeugdspelers.
Door met AZ. Daar hebben met Calvin Stengs en Myron Boadu al twee toptalenten uit de eigen opleiding het Nederlands Elftal gehaald. Aanvoerder Teun Koopmeiners kwam op 11-jarige leeftijd in de opleiding van de Alkmaarders terecht, linksback Owen Wijndal was een half jaar jonger toen hij bij de subtopper uit Noord-Holland ging voetballen. Momenteel staat in het hart van de verdediging van AZ geen enkel jeugdproduct. Dat zou het aantal spelers uit de eigen opleiding op vier brengen. Van de geblesseerde Pantelis Hatzidiakos en Ron Vlaar stond er echter ook telkens één speler in de basis, dus over het algemeen speelde AZ met vijf mannen uit de eigen jeugd.
???????
Wie de wedstrijdselecties van beide ploegen erbij pakt ziet dat beide ploegen een half elftal aan eigen jeugd op de bank heeft zitten. Bij Ajax zijn dat voornamelijk Noa Lang, Ryan Gravenberch, Siem de Jong, Jurgen Ekkelenkamp en Dest. Toptalenten Jurriën Timber, Sontje Hansen, Kenneth Taylor en Naci Unuvar komen er bovendien aan. Bij AZ gaat het om Thomas Ouwejan, Kenzo Goudmijn, Ferdy Druijf, Tijjani Reijnders, Joris Kramer en Jesper Schendelaar.
De vorige seizoenen
In wedstrijdselectie Ajax en AZ was de verdeling de afgelopen jaren redelijk hetzelfde. Ajax kwam opnieuw op het aantal van vijf jeugdspelers uit. De Ligt was toen basisspeler in plaats van Veltman, maar verder was de verdeling gelijk. Bij AZ ontbraken Boadu en Stengs vanwege blessures flink wat wedstrijden en aanvoerder Guus Til was er ook nog bij. Hetzelfde gold voor Adam Maher. Aangevuld door Ouwejan, Koopmeiners en Hatzidiakos/Vlaar komt het aantal vaste basisspelers op weer op vijf. Maar omdat Stengs en Boadu beiden een aantal wedstrijden meetelden geven we AZ in het seizoen 2018/19 het voordeel van de twijfel.
Dat kunnen we in het seizoen 2017/18 niet doen. Ajax kwam gemiddeld opnieuw op vijf spelers uit de opleiding uit. Het ging om De Ligt, Veltman, Van de Beek en de vertrokken buitenspeler Justin Kluivert. Daarnaast was Mitchel Dijks een half jaar (voor de komst van Tagliafico) basisspeler en is er nog het twijfelgeval Onana. We brengen het aantal van de Amsterdammers daarom opnieuw op vijf. Het wint in dat seizoen de strijd van AZ. Bij die ploeg waren alleen Til, Koopmeiners, Ouwejan en Hatzidiakos/Vlaar (de verdedigers stonden vrijwel nooit samen in het veld) als jeugdproducten. Dat brengt het aantal van de Alkmaarders op vier.
Conclusie
In ons eindoordeel kunnen we concluderen dat de opmerkingen van Kenneth Perez niet op feiten gestoeld zijn. De Deen vond AZ veel meer een opleidingsclub dan Ajax. Sterker, hij noemde de Nederlandse recordkampioen een koopclub. De feiten bewijzen dat beide ploegen evenveel een opleidingsclub dan wel koopclub zijn. Dit seizoen staan er gemiddeld evenveel jeugdspelers in de basis. Op de bank van beide clubs zit bovendien ook nog een half elftal aan jeugdproducten. In de voorgaande seizoenen was het verschil tussen Ajax en AZ verwaarloosbaar en bovendien steeds in een voordeel van een ander.