Dit bericht is gepubliceerd op 13 december 2016. Harm van Veldhoven was toen technisch directeur van FC Eindhoven. Nu is hij operationeel directeur bij Lommel SK. Jacco Swart was toen directeur van de Eredivisie CV. Nu is hij directeur van de European Leagues Strategic Committee.
“Toen ik bij Roda JC werkte, heb ik al geprobeerd de BeNeLiga bespreekbaar te maken. Dat idee werd een beetje weggehoond. Nederland presteerde toen veel beter dan België”, herinnert Harm van Veldhoven zich in gesprek met ELF Voetbal. De technisch directeur van FC Eindhoven werkte in 2008 tot 2012 in Zuid-Limburg en maakte daar het begin van de diepe val van het Nederlandse voetbal mee. Bij zijn aftreden stond Nederland nog achtste op de UEFA-coëfficiëntenlijst, tegenwoordig moet men het doen met een dertiende plaats.
Een verval dat onszelf valt te verwijten, vindt Van Veldhoven. “Het heeft mij verwonderd hoe bekrompen Nederland heeft gereageerd op de veranderingen in het internationale voetbal. Over het algemeen is dit land heel vooruitstrevend, maar daarin hebben wij onze ogen gesloten. Of dat koppigheid is? Ik heb het gevoel dat de mensen zo vol waren van zichzelf, dat ze het totaal niet meer zagen. We hebben stilgestaan en in het bedrijfsleven is dat dodelijk.”
Opvallend genoeg heeft juist buurland België wel veranderingen doorgevoerd. Aan het eind van het seizoen strijden de beste ploegen daar voor de titel, de middenmoot voor een Europees ticket en de twee zwakste ploegen tegen degradatie. Een systeem dat ook in Nederland wordt bekeken, legt Jacco Swart uit. De directeur van de Eredivisie CV erkent de nood om de opzet van de Eredivisie te veranderen. “Je kunt niet ontkennen dat het niveau in Nederland gedaald is. Er zijn inmiddels allerlei partijen die erover nadenken dat te veranderen. Alle clubs, leagueorganisaties, bonden, fans, journalisten, zendgemachtigden, sportmarketeers… Al die groepen zien dat er panelen aan het schuiven zijn en kijken welke kansen dat biedt.”
Een BeNeLiga ziet Swart echter niet zitten. De waarde van de Eredivisie voor de Nederlander is daarvoor te hoog. “Ik geloof in een sterke nationale competitie die onvoorspelbaar en aantrekkelijk om naar te kijken is. Daarom zijn we met elkaar aan het kijken hoe we de sportieve kwaliteit van de Eredivisie kunnen vergroten. We moeten meer weerstand voor spelers en clubs organiseren en een spannendere competitie creëren. Een gezamenlijke competitie met België is daarvoor niet nodig.”
Toch ziet Van Veldhoven een BeNeLiga wel graag komen. De tot Belg genaturaliseerde Nederlander denkt dat grotere clubs meer weerstand krijgen én het voor kleinere clubs een motivatie wordt tot beter beleid. “Als bijvoorbeeld NEC graag tegen PSV wil spelen, moet het zo hard doorwerken dat zij uiteindelijk in die samengevoegde competitie zitten. Dat heeft met beleid te maken”, vindt Van Veldhoven. “De kleinere clubs in de Eredivisie zullen het ongetwijfeld niet fijn vinden, maar ook voor hen biedt het perspectieven. Voor een FC Eindhoven zou het kunnen betekenen dat je eerder tegen teams als Willem II komt te spelen.”
“Op een gegeven moment moet je denken aan de toekomst van het Nederlandse of Belgische voetbal”, vervolgt Van Veldhoven, die zelf als speler en coach voornamelijk in België actief was. “Sommige mensen zullen ongetwijfeld denken: wat heb ik nu aan België? Dat begrijp ik, maar je wil toch dichterbij de top en subtop van Europa komen. In het begin zal er een periode van gewenning zijn, maar je krijgt zonder twijfel een interessantere en sterkere competitie. Dat levert financieel meer doorgroei op, want topcompetities trekken nu eenmaal meer aandacht. De tv-rechten kunnen anders verdeeld worden en bedrijven kunnen twee landen bereiken in plaats van een.”
De zendgemachtigde van de Eredivisie, FOX Sports, houdt zich buiten de kwestie. “Wij willen ons niet op deze manier in een discussie over een BeNeLiga mengen. Het is op dit moment helemaal niet aan de orde. Wat wel concreet is zijn de gesprekken die de KNVB momenteel in samenwerking met de Nederlandse profclubs voert over verscheidene competitie formats en een nieuwe opzet voor de Eredivisie, Jupiler League en KNVB Beker. FOX Sports wordt als zendgemachtigde ook betrokken in die gesprekken. De ambitie daarin is voor alle betrokkenen eensgezind: Nederlandse competities ontwikkelen die voetballers beter maken, Nederlandse clubs naar een hoger niveau tillen en meer spannende wedstrijden voortbrengen. Richting het voorjaar van 2017 wordt er gekeken of en welke eventuele voorstellen worden voorgelegd”, laat de zender in een schriftelijke reactie weten.
Een van die voorstellen zou een nieuw, gezamenlijk bekertoernooi kunnen zijn. “Stel: je zou een bekercompetitie tussen de drie beste teams van bijvoorbeeld Nederland, België, Schotland en Denemarken beginnen. Dat is niet het niveau van PSV – Bayern München, maar dat kunnen wel interessante affiches zijn”, denkt Swart, die samen met de clubs en de KNVB zelf ook nauw betrokken is bij de gesprekken. “Of zoiets aan kan slaan? Dat heeft onder meer te maken met wat er op het spel staat. Als het een vriendschappelijk duel is, is zo’n wedstrijd veel minder interessant dan wanneer er een ticket voor de Champions League of Europa League gewonnen kan worden. Dan is het in de ogen van het publiek ook echt een prijs.”
Van Veldhoven ziet op zijn beurt in een bekertoernooi tussen enkel Nederlands en Belgische teams heil. “Beide landen vinden de beker nu een aanvulsel. Een samenwerking in het bekertoernooi zou in mijn ogen een prima tussenstap zijn naar een BeNeLiga. Je kan zien of er markt is naar dat soort wedstrijden. Er komt nu vaak weinig publiek naar bekerwedstrijden. Misschien geeft samenwerking met België dat toernooi iets extra’s. Of wij bij FC Eindhoven nou honderd kilometer naar het noorden of naar het zuiden moeten rijden, maakt mij niks uit op het moment dat het ons meer op zou leveren. Ik denk dat heel veel clubs daar zo instaan.”
Swart gelooft dat de gesprekken het Nederlandse voetbal sterker gaan maken. “We zitten nog midden in het proces, maar de doelstelling is dat we voor sterke nationale competities gaan zorgen. Van daaruit kan je kijken of er internationale competitievormen te bedenken zijn, dan nu de bestaande zijn en waarvoor economisch en sportief een markt is. Als de clubs de intentie hebben om samen te werken met het buitenland, is daar zeker plaats voor.”