Oud tegen nieuw
Over het algemeen laat ik moderne stadions het liefst links liggen. Mijn droomstadion is doorleefd, maar wel enigszins onderhouden en ligt op een mooie plek. Groundhoppen doe ik het liefst in België, Engeland of Schotland, maar de tientallen nieuwbouwstadions sla ik graag over. De beelden uit pakweg Coventry, Milton Keynes, Brighton of Livingston, dat spreekt me niet aan. Een favorietje van me is sinds mijn eerste bezoek af Greenock Morton. Mijn favoriete bezoek is met een vriend van mij in februari 2018. Ik woon in Schotland, hij komt me opzoeken. Zondag gaan we naar Liverpool – Tottenham Hotspur. Zaterdag is open. Alleen de hele groten snappen waarom je uit alle wedstrijden die op Cappielow kiest.
Leeds, Preston, Tranmere Rovers: genoeg opties. Of Rangers – iedereen moet Ibrox toch eens gezien hebben. Maar Cappielow heeft iets, iets dat bijna niet is uit te leggen. Vanuit mijn woonplaats Ayr is het een dik uur met de trein. Overstappen in Paisley, uitstappen op de halte Cartsdyke vlak naast het stadion. Prachtig stukje treinen. Je kan Greenock in, maar dat hoeft niet. De beste pub, The Norseman, ligt naast de ingang, en eten kan je onder meer bij McDonald’s, als het stadionvoer je niet aanstaat.
Greenock zelf is wat je verwacht te zien als je ‘klein Schots stadje’ opzoekt in Google. Groen, met de standaard voorzieningen. Je kan ernaartoe, maar veel mis je niet als je het laat zitten. Greenock was nationaal nieuws omwille van een afhaalrestaurant dat de Crunchy Box verkocht. Dat is een pizzadoos vol slachtafval en aardappelresten, volledig gefrituurd. Goed voor ruim achtduizend calorieën, geleverd met een tweeliterfles frisdrank. Voor tien pond. Maar een lief stadje, echt waar. Alleen niet perse veel om over te schrijven. Behalve het verleden: hier werden enkele van ’s werelds grote schepen gebouwd.
Absolute perfectie
Hoe anders is dat bij het stadion. Mijn eerste keer in deze tempel der schoonheid was voor een wedstrijd tussen Greenock Morton, liefkozend The Ton genoemd, en Hibernian. De gasten krijgen bij voldoende animo ook de onoverdekte staantribune achter het doel. Op deze stralend mooie dag zit ik tussen 1500 Hibees in het zonnetje. Je mag in Schotse stadions geen alcohol drinken, maar de flesjes sterke drank vloeien rijkelijk. De verwensingen ook. Ploegen in het Schotse Championship treffen elkaar minstens vier keer per jaar en zijn elkaar tegen het eind van het seizoen goed beu gezien. Deze middag komt Dunfermline langs. Rotweer, minder uitsupporters, dus de droomtribune is dicht. De rest is niet minder mooi, verre van. Wat is dit een geweldig stadion.
Is het eigenlijk wel uit te leggen? Dit is niet in woorden te vatten. Ga er in hemelsnaam heen. Parkeer jezelf in de Main Stand, een majestueus klein dingetje. Tegenover je zie je de Cowshed, de weinig verhullende bijnaam voor de tribune aan de andere lange zijde. En de Wee Dublin End, vernoemd naar de woonwijk erachter waar van oudsher veel Ierse immigranten woonden, vandaar de naam. Om je heen zie je verlaten fabrieken en verwaarloosde hijskranen. Op de hoeken kun je een hamburger scoren zo vet dat je hem nog weken ruikt. Oja, de wedstrijd: Morton won met 2-1. Dat interesseert u net zo weinig als mijzelf. Ik ben geen supporter van Morton, alleen van het stadion. Ga erheen en misschien begrijpt u me. Cappielow Park in Greenock, mensen. Ga dat zien.