Wat vooraf ging…
Om de play-offs in Duitsland te begrijpen moet je onderhand raketgeleerde zijn. De simpele zaken: het vierde niveau wordt verdeeld in een paar regio’s. Ieder jaar gaat de kampioen van een paar Regionalliga’s direct naar de 3. Liga, een paar moeten via de play-offs, dat wisselt ieder jaar af. Dit jaar waren west en noordoost aan de beurt voor play-offs. De seizoenen konden niet afgemaakt worden. Verl werd tweede, maar de ploeg die tot kampioen werd uitgeroepen kreeg geen licentie voor de 3. Liga, dus Verl mocht de plek innemen. Lok Leipzig haalde het op eigen kracht. In quarantainetijden kwamen ze in het nieuws door dik honderdduizend tickets te verkopen voor een virtuele voetbalwedstrijd. In hun eigen Bruno-Plache-Stadion werd het in de heenwedstrijd 2-2.
De terugwedstrijd had op het veld van Verl plaats moeten vinden, maar de toestand omtrent het coronavirus liet in dat deel geen voetbal meer toe. Er moest dus worden uitgeweken naar waar het wél mocht: in Bielefeld, twintig kilometer verderop, dat was in orde. De Bielefelder Alm, eigenlijk moet je Schüco-Arena zeggen, leent zich wel voor een promotiefeestje. Nog geen 48 uur voor de trap speelde Arminia hier zelf zijn laatste thuiswedstrijd in het promotieseizoen. Volgend jaar zijn ze er weer eens bij in de Bundesliga.
De aankomst
Onder het mom ‘niet geschoten is altijd mis’ proberen we toegang tot de perstribune te regelen. We moeten het tenslotte niet verleren voordat het in september thuis weer gaat bevinden. Veel hoop hebben we eigenlijk niet. De perscapaciteit is uitermate beperkt en in Duitsland komen er verdomd veel journalisten op voetbalwedstrijden af. Toch lukt het. Verl laat al snel weten dat het in orde is, wil alleen een verklaring dat we niet ziek zijn. Dat is snel gepiept, dus reizen we dinsdagochtend af naar Bielefeld, een stad in Ostwestfalen waarvan een populaire internethype is dat-ie helemaal niet bestaat. Vlak na de grens vraagt de Polizei wat we komen doen. Een beetje gek vinden ze ’t wel, voetbal op de dinsdagmiddag, maar we mogen onze weg vervolgen. Zonder problemen belanden we in Bielefeld. Al snel gaan we naar het stadion.
De modernisering heeft ook bij onze oosterburen al heel wat iconische stadions het leven gekost, maar de Alm, net buiten het centrum van de stad, staat nog. De toegangsweg naar het stadion, normaal gaan er hier 27.000 in, ligt helemaal open. Logisch, normaal moeten hier iedere veertien dagen tienduizenden mensen overheen en nu hebben ze maanden de tijd om hem op te knappen. Een oudere dame is in haar voortuin aan het werk. Ze mist Arminia. ‘Niet dat ik zelf ga, maar ik vind het eigenlijk gezellig. Last? Jongen, last heb je pas als je graag last wil hebben.’ Wat een fijn mens. Een paar minuten later staan we ineens voor de ingang. In de fanshop jagen kleine plukjes Arminen op de kampioenscollectie, de pers moet elders zijn.
We gaan beginnen!
Een mevrouw neemt de temperatuur van het journaille op, daar heeft ze enkele seconden voor nodig. Dan kunnen we naar binnen. Op het bijveld traint de jeugdploeg. Binnen is het stil. Het geluid komt van buiten, waar machines bezig zijn om de Almhalle, een gebouw naast het stadion, te slopen. Op de perstribune is plaats genoeg om ruim afstand te houden. Een persruimte is er vandaag niet, dus een bakje koffie zit er niet in. Gelukkig is het aangenaam weer om meteen naar boven te gaan. Iedereen heeft een aangewezen plek met twee flesjes water. Er had kennelijk iemand koorts, er is één toegewezen plek die leeg blijft. De speaker van Verl bedankt de vrienden van Arminia dat ze hun stadion mochten lenen voor ‘de belangrijkste wedstrijd in de clubgeschiedenis’.
Magisch gevoel
Het is een magisch gevoel als de bal weer gaat rollen. Het is drie maanden geleden, ruim, dat we nog eens live bij het voetbal waren. De eerste rapporten waren dat de maatregelen enorm streng waren. Misschien zijn ze versoepeld, misschien zijn we meer gewend. Ja, het mondkapje moet op, ook op de tribune. Lijkt wat al te streng, maar ach. Je koffie kun je in de buurt ook krijgen: het is ook een kwestie van aanpassing. Een rollende bal vergoedt alles. Het is een nerveuze pot voetbal, met een paar stevige overtredingen en weinig grote kansen. Op slag van rust kopt Verl een eigen doelpunt binnen. Op de perstribune zitten er ééntje te tikken namens Lok Leipzig, maar zeker tien zijn van de spanning tot niets in staat. Niets behalve juichen. Kan je het ze écht kwalijk nemen? Ze halen met 0-1 de rust.
Na rust moet scheidsrechter Arne Aarnink de strijd al snel staken, dat leidt tot een lange pauze. Deze wedstrijd komt maar niet op gang. Ongemerkt kabbelt het zaakje naar dik zeventig minuten. Ook de nieuwe arbiter, meneer Bokop, strooit graag met gele kaarten. Ineens is het 1-1. Verl scoort uit een hartstikke mooie aanval. Met nog een minuut of twintig te gaan, inclusief de lange blessuretijd, is Verl daarmee op koers voor promotie. De krachten van Lokomotive Leipzig, in 1987 nog tegenstander van Ajax in de finale van de Europa Cup II, zijn na de 1-1 alleen op.
Om het dramatische effect nog even een tikkie op te stuwen, besluit meneer Bokop om er twaalf minuten blessuretijd bovenop te smijten. We hadden er zeven of acht verwacht, dit is vrij overdreven. Verl heeft er hoe langer hoe minder moeite mee. Maar die ene kans.. komt die ene kans nog? Verl maakt de 2-1 niet. En inderdaad komt er nog een mogelijkheid. Voorzet vanaf rechts, invaller Romarjo Hajnulla kopt hem over. Na een minuut of negen in de blessuretijd moet er ook nog een blessurebehandeling plaatsvinden na een luchtduel. Een laf slotoffensiefje volgt, maar de 1-2 komt er niet. Verl naar de 3. Liga!