(Foto: Helmut Rahn verlaat het veld in de wedstrijd tegen Ajax in 1962. Bron: Wim van Rossem, Nationaal Archief)
Acht minuten had Mario Götze nodig voor zijn eerste doelpunt, afgelopen weekend bij PEC Zwolle. In de categorie ‘Scorende wereldkampioenen in de Eredivisie’ troeft hij daarmee zijn landgenoot Helmut Rahn af, die op de openingsdag van de competitie 1960/61 na veertien minuten een voorzet van Joop Janssen in het duel met DOS binnentikte.
Das Wunder von Bern
Helmut Rahn zette in de WK-finale van 1954 de voetbalgeschiedenis op zijn kop. Hij maakte met een diagonaal schot vanaf de rand van het strafschopgebied de winnende goal tegen de huizenhoge favoriet Hongarije, dat sinds mei 1950 ongeslagen was. ‘Das Wunder von Bern’ geldt als een bevrijding voor het West-Duitse volk, dat worstelde met de erfenis van de oorlog. De woorden van radiocommentator Herbert Zimmermann (‘Rahn schiesst – Tooor-Tooor-Tooor!’) hebben in Duitsland een vergelijkbare status als de uitspraak van Neil Armstrong op de maan. Rahn was direct een voetballegende in eigen land.
De wereldkampioen van SC Enschede
Zes jaar later lag de reputatie van ‘Der Boss’, zoals hij in voetbalkringen heette, in het Ruhrgebied onder vuur. Vanwege regelmatige aanvaringen met de politie rond drank achter het stuur besloot de 31-jarige schutter naar het buitenland uit te wijken. Door een slepende knieblessure hadden de Europese topclubs geen interesse meer in hem, maar voetballen kon hij nog wel, getuige zijn negende plaats in de Ballon d’Or-verkiezing in december 1959 voor de beste speler in Europa. Zijn keus viel op het nabijgelegen SC Enschede, dat een opvolger zocht voor Abe Lenstra. De Fries was in de zomer naar stadgenoot Enschedese Boys overgestapt.
Het duel met DOS trok zo’n vierduizend Duitse fans naar Het Diekman. Een week eerder had Rahn in de beker al zijn officiële debuut gemaakt voor SC Enschede. In de stadsderby tegen Eerstedivisionist Rigtersbleek, die een 9-2 zege opleverde, scoorde hij niet. Wel moest doelman Karel Wigger na afloop zijn pols in het verband laten zetten na het keren van enkele kenmerkende ziedende schoten van de Duitse rechtsbuiten.
Treurig einde
In drie competitieseizoenen maakte Rahn het respectabele aantal van 39 doelpunten. In de beker was hij minder productief. Zijn enige cupdoelpunt, tegen VVV in mei 1963, was ook meteen zijn laatste op Nederlandse bodem. Drie dagen later speelden de Tukkers voor de competitie tegen Ajax in de Meer, waar de liefhebbers nog een gul applaus overhadden voor de fraaie schoten van de Duitse wereldster. Zijn ploeg verloor intussen met 2-0, waardoor het definitief afhaakte in de titelstrijd.
Gedesillusioneerd kwam de eigenzinnige Helmut Rahn niet meer trainen, waarop het bestuur hem schorste voor de rest van het seizoen en zijn contract opzegde. Een week later ontbrak hij daarom in De Goffert, waar SC Enschede de bekerkwartfinale tegen NEC verloor. Rahn keerde in de zomer terug naar het Ruhrgebied, waar hij bij de Meidericher SV de start van de nieuwe Bundesliga meepikte.