Bankzitter
Arias maakte in de zomer van 2018 de overstap naar Atlético, dat lieft elf miljoen euro betaalde aan PSV. Tijdens zijn eerste seizoen kwam de Colombiaan nog tot 33 officiële optredens, maar inmiddels komt hij nauwelijks nog voor in de plannen van trainer Diego Simeone. Dit voetbaljaar staat de teller namelijk pas op tien wedstrijden, die Arias verdeelde over La Liga, de Copa del Rey en de Champions League. Op 11 juni wordt de Spaanse competitie weer hervat, maar met Kieran Trippier en Sime Vrsaljko als concurrenten lijkt veel speeltijd er niet in te zitten.
Vuelta a los éntrenos!! ?????? #AúpaAtleti ??? ??? pic.twitter.com/AxNoFZrXwH
— Santiago Arias (@santiagoarias13) May 9, 2020
PSV
De 52-voudig international van Colombia is er vooralsnog niet in geslaagd om succesvol te zijn in een topcompetitie. Arias begon in zijn geboorteland bij La Equidad en verruilde die club in 2011 voor Sporting CP. Zijn periode in Portugal werd een teleurstelling, maar bij PSV werd de rechtspoot een zeer belangrijke schakel. Tussen 2013 en 2018 kwam Arias tot 172 optredens en wist hij tien doelpunten te maken. Als vaste basisklant werd Arias tot drie keer toe (2014/15, 2015/16, 2017/18) landskampioen en pakte hij twee keer (2015, 2016) de Johan Cruijff Schaal.
Keuze
De kans is erg groot dat de rechtsback deze zomer een kans gaat krijgen in een andere topcompetitie. Volgens het Spaanse medium AS hoopt Atlético wel minimaal elf miljoen euro aan een mogelijke transfer over te houden. De Zuid-Amerikaan ligt namelijk nog tot medio 2023 vast. Vanuit Engeland wordt Arias op de voet gevolgd door Everton, waar Marcel Brands als technisch directeur werkzaam is. Brands en Arias kennen elkaar natuurlijk uit hun gezamenlijke periode bij PSV. Ook de Serie A en Süper Lig worden inmiddels genoemd als mogelijk bestemming. Internazionale, AS Roma, Napoli en Galatasaray hebben Arias op hun lijstje staan.