De bekendste Nederlandse club met de koninklijke status is de Koninklijke HFC, de oudste voetbalclub van het land, gevestigd in Haarlem. Koningin Juliana doopte HFC bij het tachtigjarig jubileum in 1959 om tot de Koninklijke HFC, dat tegenwoordig een middenmotor in de Tweede Divisie is.
Nummer twee, de Koninklijke HVV, is tevens een grote naam in Nederland. De Haagse vereniging won op Ajax, Feyenoord en PSV na de meeste landstitels (tien in totaal). In 1978, bij het honderdjarig bestaan, kende Juliana het koninklijk predicaat toe. Momenteel speelt de hoofdmacht van HVV in de tweede klasse.
De derde Nederlandse club met een royale toevoeging huist in Deventer en heet de Koninklijke UD. Bij het honderdjarig bestaan in 1975 was het opnieuw Juliana die het gebruik van 'Koninklijke' in de clubnaam toezegde. Inmiddels is de Koninklijke UD afgezakt naar de vijfde klasse.
Gang van zaken
In Nederland kan het predicaat 'Koninklijk' worden verleend aan grote ondernemingen, stichtingen, instellingen of verenigingen. Alleen de koning kan de eervolle status toekennen, maar hoe gaat dat in zijn werking? Een verzoek moet worden ingediend bij de lokale burgemeester, die het na verificatie aanbiedt bij de Commissaris van de Koning. Na onderzoek brengt laatstgenoemde advies uit aan de koning.
Waarom zo weinig toezeggingen?
Een vereniging moet doorgaans aan de onderstaande viertal voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor een koninklijk predicaat:
1. Zeer belangrijk zijn in hun vakgebied.
2. Minstens honderd jaar bestaan.
3. Geen politieke of andere gevoelige opvattingen verspreiden.
4. Geen onderdeel zijn van een groter verband dat al Koninklijk is.
Punt vier is waar meestal de schoen wringt. De overkoepelende voetbalorganisatie kreeg namelijk in 1929 de koninklijke status en ging verder als de Koninklijke Nederlands Voetbalbond (KNVB). Er is dus, kijkend naar de voorwaarden, eigenlijk geen enkele club die sindsdien in aanmerking komt voor het predicaat 'Koninklijke'. Juliana maakte nog drie uitzonderingen, maar onder Beatrix en Willem-Alexander is de regelgeving aangescherpt.
Mislukte poging Ajax
Zo deed Ajax bij het honderdjarig jubileum rondom de eeuwwisseling een tevergeefse poging, een paar jaar na het eveneens mislukte verzoek van Willem II. Bij Ajax dachten ze dat er misschien een uitzondering gemaakt zou worden vanwege het grote aantal gewonnen landtitels. Ajax diende een verzoek in bij de gemeente Amsterdam, maar daar werd verder niets mee gedaan.