Achttien punten uit zes wedstrijden. Veertien doelpunten voor en slechts drie treffers tegen. Feyenoord was tot het duel met FC Groningen van 16 april in topvorm. Achtereenvolgens FC Utrecht, Cambuur, Vitesse, De Graafschap, Excelsior en FC Twente werden verslagen. De Rotterdammers klommen op naar de derde plaats in de ranglijst. PSV en Ajax waren al uit zicht. Beide teams hadden op dat moment zo'n twintig punten meer, de Rotterdammers wilden derde worden.
FC Groningen had de ploeg dat seizoen eerder al een kool gestoofd. Het werd in december 1-1. Feyenoord won met die wedstrijd meegeteld negen keer op rij niet. De ploeg van trainer Giovanni van Bronckhorst pakte de draad op en zette dus de serie van achttien uit zes neer. Toen, die zestiende april, wachtte opnieuw de nummer tien in de stand.
Feyenoord startte met Sven van Beek in de basis. Die was toen nog fit. Dirk Kuyt was de nummer-tien, Michiel Kramer begon in de spits. Het was niet de thuisploeg, maar de bezoekende partij die de score opende. Michael de Leeuw had in het eerdere duel tussen beide teams ook al het net gevonden. Nu schoot hij in de 24ste minuut binnen met links na een voorzet van Oussama Idrissi.
De voorsprong was niet onverdiend. Feyenoord stelde teleur. Kramer was onzichtbaar, Kuyt en Eljero Elia hadden hun vizier niet op scherp staan. FC Groningen-doelman Sergio Padt hoefde geen enkele keer op te treden. Tien minuten na rust moest doelpuntenmaker De Leeuw naar de kant. Hij was geblesseerd geraakt.
Weer tien minuten later kwam Feyenoord op gelijke hoogte. Het team van Van Bronckhorst begon wat beter in de wedstrijd te komen. Rick Karsdorp zette voor, Tonny Vilhena kopte binnen. Beide ploegen zetten alles op alles om voor de tweede keer te scoren. Dat lukte niet. FC Groningen was dicht bij een treffer via Jesper Drost, Idrissi en Alexander SØrloth, Feyenoord kreeg kansen via Kuyt en Kramer. De 1-1 betekende dat er een eind kwam aan de zes duels zonder puntverlies, een flinke tegenvaller voor Feyenoord, precies een jaar geleden.

