"Iemand die elf tot twaalf kilometer loopt, zou er bij mij altijd worden uitgehaald", aldus Cruijff in zijn column. "Als je met de kwaliteiten van Ajax in de Eredivisie speelt zou acht tot negen kilometer voldoende moeten zijn." Vooral Davy Klaassen en Donny van de Beek lopen volgens hem veel meer dan nodig is.
De oorzaak is volgens de Amsterdammer niet ver te zoeken. "Dat komt omdat anderen vergeten naar de bal te blijven kijken of niet in staat zijn een bal goed aan te nemen. Ik kijk met verbazing hoe vaak volwassen spelers in de Eredivisie met hun rug naar de bal staan of weglopen. Te vaak zie ik dat Fischer, Milik en El Ghazi dertig meter terug lopen als de keeper van de tegenpartij de bal heeft, zonder dat ze naar een tegenstander of de bal kijken."
Maar niet alleen het lopen van de Ajacieden stoot Cruijff tegen het zere been. Ook op technisch gebied is er volgens hem werk aan de winkel. "Het is opvallend hoe weinig aanvallers in staat zijn om een bal tweebenig aan te nemen. Dus zo dat ze in één beweging de bal aannemen en een vervolgactie kunnen maken. De inspeelpass helpt vaak ook niet mee. Zo was de pass die Milik bij het doelpunt van Cerny tegen Celtic gaf een drama", besluit Cruijff.

