"In de aanloop naar het EK in 2006 en 2007 kon ik met Royston lezen en schrijven. Toen had ik hem enkele weken onder mijn hoede. Na zijn transfer van Feyenoord naar Real Madrid zag ik een ander mens", zo stelt De Haan in gesprek met de Volkskrant. "Ging ik met hem zitten, kwam er geen woord uit. Daarvoor sprak Royston honderduit. Nu proefde ik wantrouwen. Ik vroeg hem nog hoe hij zijn leven had ingericht in Madrid, maar ik stond voor een gesloten deur. Zelfs ik kwam niet meer binnen bij Royston."
'Dan weet je dat het fout gaat'
De Haan herinnert zich een alleszeggende anekdote over Drenthe. "In zijn tijd bij Jong Oranje bracht mijn assistent Remy Reynierse hem een keer naar huis. Toen ze in de buurt kwamen, keek Royston op zijn horloge. Hij belde zijn broer en zei: over tien minuten ben ik thuis. Wat bleek? Zijn broer stond onderaan de trap, pakte zijn tassen en sjouwde ze naar boven. Royston werd in alles ontzien. Als dat de hele dag zo doorgaat, weet je dat het fout gaat."