Rinus Michels – 5 interlands (1950 – 1954)
We kennen Rinus Michels natuurlijk vooral als bondscoach. In 1974 haalde hij met Oranje de WK-finale en in 1988 won hij het EK. Daardoor staan de prestaties van Michels als voetballer in de schaduw. Toch speelde de aanvaller liefst dertien seizoenen achtereen bij Ajax (264 wedstrijden). Tot een glansrijke interlandcarrière kwam het niet. Michels mocht opdraven in vijf oefenpotjes, die hij stuk voor stuk verloor.
Coen Dillen – 5 interlands (1954 – 1957)
Al zestig jaar lang heeft Coen Dillen het record in handen. Liefst 43 keer trof hij doel in het eredivisieseizoen 1956/1957. In totaal kwam de Zeeuwse aanvaller bij PSV tot 287 doelpunten in 328 wedstrijden. Een gemiddelde dat hij doortrok bij Oranje, al bleef de productie daar beperkt tot vier doelpunten in vijf interlands. Toppers als Faas Wilkes, Kees Rijvers en Abe Lenstra zorgden voor te veel concurrentie.
Theo Laseroms – 6 interlands (1965 – 1970)
Aan de zijde van Rinus Israël was Theo Laseroms een dragende kracht in de verdediging van het succesvolle Feyenoord van eind jaren 60 / begin jaren 70. De Tank won de Europa Cup I en enkele maanden later ook de Wereldbeker. In Oranje speelde hij slechts zes keer, omdat hij Barry Hulshoff voor zich moest dulden.
Jerrel Hasselbaink – 23 interlands (1998 – 2002)
Jerrel Hasselbaink is typisch zo’n speler die beter een jaar of twintig later geboren had kunnen worden. In het huidige Oranje zou hij hoogstwaarschijnlijk verder zijn gekomen dan 23 interlands. Hasselbaink, Premier League-topscorer in 2001, had de pech dat Kluivert, Van Nistelrooy, Makaay en Van Hooijdonk allemaal van dezelfde generatie waren.
Sjaak Swart – 31 interlands (1960 – 1972)
In het gouden Ajax was Sjaak Swart een van de grote uitblinkers, samen met Cruijff en Keizer. Liefst 603 officiële duels speelde Swart voor Ajax, waarin hij als middenvelder goed was voor 228 doelpunten. Ondanks die indrukwekkende cijfers kwam Mister Ajax slechts tot 31 interlands, waarvan niet eentje op een eindtoernooi. Tussen 1968 en 1972 speelde hij zelfs helemaal niet voor het Nederlands elftal.
Jan van Beveren – 32 interlands (1967-1977)
Volgens velen was hij de beste Nederlandse doelman die we gehad hebben. Een slepend conflict bij het Nederlands elftal zorgde ervoor dat hij niet verder kwam dan 32 interlands en bovendien niet uitkwam op een eindtoernooi. De PSV-doelman was van mening dat hij bij Oranje anders behandeld werd dan Ajacieden Cruijff en Neeskens en bedankt voor deelname aan het WK van 1974.
Clarence Seedorf – 87 interlands (1994-2008)
Met 87 interlands lijkt het alsof Clarence Seedorf een fraaie interlandcarrière beleefde. Dat valt tegen. Bij het Nederlands elftal kreeg de middenvelder nooit de waardering die hij in het buitenland wel ontving. Tijdens zijn laatste jaren als international, onder bondscoach Marco van Basten, speelde hij amper nog. Schrijnend is dat in die periode spelers als Nicky Hofs en Martijn Meerdink wel het Oranjetenue mochten dragen. Seedorf was op dat moment nog een van de sterren van AC Milan.
Arjen Robben – 89 interlands (2003 – heden)
Al bijna vijftien jaar is Arjen Robben, als hij fit is, een vaste waarde in de selectie van het Nederlands elftal. Helaas is hij vaker geblesseerd dan fit. Indien de buitenspeler vanaf zijn debuut alle mogelijke interlands had gespeeld, stond hij nu op 178 optredens voor Oranje. De teller van Robben staat exact op de helft. Ondanks zijn 89 interlands speelde Robben veel te weinig voor het Nederlands elftal.
Ajax-icoon Keizer speelde veel te weinig interlands
De afgelopen vrijdag overleden Piet Keizer heeft een prijzenkast die uitpuilt. De Ajax-icoon won zes keer het landskampioenschap, vijf keer de KNVB Beker en driemaal de Europa Cup I. Zo glansrijk als zijn clubcarrière, zo mager was zijn loopbaan in het Nederlands elftal. Slechts 34 keer speelde de linksbuiten voor Oranje, waarvan welgeteld één duel plaatsvond op een eindtoernooi. Acht andere spelers die veel te weinig interlands speelden:

