Het staat er echt. Het nationale team van Turkije is in het Europese landenvoetbal een middenmoter, die af en toe een kwalificatiecyclus leuk meedraait en zodoende medeverantwoordelijk was voor Nederlands mislukte poging om zich voor het EK 2016 te plaatsen. Spelers spelen bij grote Turkse clubs, bij sterke Duitse ploegen of subtoppers uit andere gerespecteerde landen. Het zette de oproep van Alkan in een heel apart daglicht. Want onder SC Freiburg (Caglar Söyüncü) en boven Borussia Dortmund (Ömer Toprak) stond ineens de naam van een Nederlandse Jupiler League-club genoteerd: FC Dordrecht.
In de Turkse media regent het op dit moment voorstellingsrondjes over Alkan. Afkomstig uit de jeugdopleiding van Ajax, ook in het bezit van een Surinaams en Nederlands paspoort en dit seizoen alle wedstrijden gespeeld voor FC Dordrecht. Ook wordt gememoreerd dat hij ook voor een reeks onbeduidende Turkse ploegen heeft gespeeld. Een enkeling vond zelfs de bijnaam die hij in zijn jeugd had: de jonge Frank Rijkaard. Correcte feiten, meer dan drie seconden googelen is daar ook niet voor nodig. Over zijn kwaliteiten, speelstijl of vorm tast iedereen in het duister.
Wat bezielt Lucescu?
Internationals aan de Krommedijk; men kijkt er in Dordrecht niet eens zo van op. Jeffrey Fortes en Josemar Lima haalden via Zuid-Holland het Kaapverdisch elftal, Rangelo Janga speelde in zijn Dordtse jaren voor Curaçao en Sai van Wermeskerken speelde als speler van De Schapenkoppen een aantal interlands voor het Olympisch team van Japan. Maar een international voor een land met de spelerspool van Turkije, dat is toch even andere koek. Zeker gezien de positie van FC Dordrecht in de Jupiler League. Na elf wedstrijden is de balans schamel: dertien wedstrijden, dertien punten. Alkan speelt voor die ploeg dit seizoen aardig, maar kan ook weer geen sterkhouder genoemd worden.
Dus: wat bezielt Lucescu? Waarschijnlijk zit het antwoord hem in de verjongingskuur die de Roemeen bij Turkije probeert te realiseren. De oude garde heeft het WK niet kunnen halen, dus een jongere generatie verdient te kans. Maar de Turkse Süper Lig loopt niet over in jonge spelers. Het Gençlerbirligi-duo Ahmet Oguz en Ugur Çiftçi komt in aanmerking, maar daarna zijn de alternatieven die veel en op een respectabel niveau spelen schaars.
Een gegeven dat het werk van een bondscoach niet makkelijk maakt. Lucescu heeft meermaals uitgesproken meer jonge spelers in de Turkse competitie te willen zien, maar heeft met zijn woorden tot zover geen reactie kunnen teweegbrengen. De oproep van Alkan zou daarmee misschien zelfs wel een soort van protest kunnen zijn, tegenover de Turkse laagvliegers die blijven kiezen voor ervaren jongens. Wat de reden ook is: aan de prestatie van de verdediger doet het weinig af. Hij mag de komende week laten zien wie Erol Erdal Alkan is.

